Bijgevolg kunnen de feestdagen, de inhaalrustdagen, de dagen ziekte, jaarlijkse vakantie, tijdelijke werkloosheid, … geen aanleiding geven tot de toekenning van maaltijdcheques vermits dit geen effectief gepresteerde werkdagen zijn.
Voor een deeltijdse dagprestatie heeft de werknemer echter wel steeds recht op een maaltijdcheque ongeacht de duur van zijn prestaties.
Afwijking: de alternatieve berekeningswijze van het aantal maaltijdcheques
Om beter rekening te kunnen houden met de prestaties die de werknemer daadwerkelijk heeft geleverd, mogen sommige ondernemingen een alternatieve berekeningswijze toepassen voor het aantal maaltijdcheques die zij aan de werknemer moeten toekennen.
Voorwaarden
Enkel de ondernemingen waarin er:
- Verschillende arbeidsregelingen van toepassing zijn voor prestaties binnen de groep van voltijders en/of
- Verschillende arbeidsregelingen van toepassing zijn voor prestaties binnen de groep van deeltijders,
mogen van deze alternatieve berekeningswijze gebruikmaken.
De onderneming heeft in dit geval de keuze om de alternatieve telling ofwel enkel toe te passen voor de groep waarbinnen verschillende arbeidsregelingen van toepassing zijn ofwel voor de hele onderneming. Het doel van de alternatieve telling is ongelijkheden te voorkomen tussen werknemers die eenzelfde arbeidsduur hebben, maar in een verschillende arbeidsregeling tewerkgesteld zijn.
Onder arbeidsregeling verstaat men het aantal dagen per week waarop de werknemer geacht wordt te werken (ongeacht het aantal uren per dag).
De ondernemingen moeten er bovendien toe gehouden zijn artikel 26bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971 toe te passen voor wat de overuren betreft. Deze voorwaarde houdt in dat de overheidssector [1] of de werkgevers die enkel thuisarbeiders tewerkstellen, uitgesloten zijn.
In zijn instructies aan de werkgever geeft de RSZ de volgende voorbeelden:
Voorbeeld 1: in onderneming A werken de voltijders (38u) in een 5-dagenregeling. De deeltijdse werknemers (19u of 30u) werken ook in de 5-dagenregeling. Hier kan de alternatieve telling niet worden toegepast.
Voorbeeld 2: in onderneming B werken de voltijders (38u) in een 5-dagenregeling. De deeltijdse werknemers (19u of 30u) werken in een 4-dagen weekregeling. Hier kan de alternatieve telling niet worden toegepast.
Voorbeeld 3: in onderneming C werken enkel voltijders (38u). Een deel van de voltijders presteren de geldende 38u op 5 dagen per week, de andere voltijders presteren de 38u op 4 dagen per week. Hier kan de alternatieve telling wel worden toegepast.
Voorbeeld 4: in onderneming D werken de voltijders (38u) in een 5-dagenregeling. De deeltijdse werknemers (30u) werken in een 4-dagenregeling; de andere deeltijders (19u) werken in een 3-dagenregeling. Hier kan de alternatieve telling wel worden toegepast voor de groep van deeltijders alleen of voor de hele onderneming.
Berekening van het aantal maaltijdcheques
Deze alternatieve methode deelt het aantal werkuren dat de werknemer daadwerkelijk tijdens het kwartaal heeft gewerkt door het dagelijks aantal werkuren (normale dagduur) in de onderneming. Het aantal maaltijdcheques dat zo wordt verkregen door toepassing van de alternatieve berekeningswijze wordt afgerond op de hogere eenheid en beperkt tot het maximum aantal dagen dat tijdens het kwartaal door een voltijds tewerkgestelde werknemer in de onderneming gepresteerd kunnen worden [2].
Onder normale dagduur wordt verstaan: het aantal uren per dag dat er gewoonlijk gewerkt wordt (dus niet het gemiddeld aantal uren per week). In ondernemingen met een 40-urenweek in een 5-dagenregeling is dit 8 uur per dag. Arbeidsduurverminderingsdagen en -uren zijn geen effectief gepresteerde uren.
In zijn instructies aan de werkgever geeft de RSZ de volgende voorbeelden:
Voorbeeld 1: een bedrijf heeft zowel weekendwerkers als weekwerkers. De alternatieve telling wordt toegepast voor de hele onderneming (zowel de weekwerkers als de weekendwerkers. In de veronderstelling dat de weekwerkers werken in een 5 dagenweek van 38 uur, zal het ‘normale aantal arbeidsuren per dag van de maatpersoon’ 7,6 bedragen (38/5). Dit geeft bij volledige effectieve tewerkstelling:
- (effectief gepresteerde uren op kwartaalbasis/normaal aantal arbeidsuren per dag = (65 x 7,6) /7,6 = 65 maaltijdcheques op kwartaalbasis voor een weekwerker.
- (effectief gepresteerde uren op kwartaalbasis/normaal aantal arbeidsuren per dag) = (26 x 12)/7,6 = 42 maaltijdcheques op kwartaalbasis voor een weekendwerker.
Voorbeeld 2: een bedrijf heeft zowel weekendwerkers als weekwerkers. De alternatieve telling wordt enkel toegepast voor de weekendwerkers (die verschillende arbeidsregelingen hebben)
- Voor de weekwerkers wordt het principe van 1 cheque per dag toegepast.
- Voor de weekendwerkers (12 uur/dag) wordt de alternatieve telling toegepast. In dat geval zal het ‘normaal aantal arbeidsuren per dag van de maatpersoon’ 12 bedragen (24/2). Dit geeft bij volledige effectieve tewerkstelling: (effectief gepresteerde uren op kwartaalbasis/normaal aantal arbeidsuren per dag) = 312/12 = 26 maaltijdcheques op kwartaalbasis voor een weekendwerker.
Procedure
Deze berekeningswijze moet voorzien zijn in een collectieve arbeidsovereenkomst[3] of, voor de ondernemingen die geen ondernemingsraad, comité voor preventie en bescherming op het werk of vakbondsafvaardiging ingericht hebben, in het arbeidsreglement. De ondernemingsovereenkomst of het arbeidsreglement moet de volgende zaken bovendien uitdrukkelijk vermelden:
- De invoering van het berekeningssysteem per uur
- Het normaal dagelijks aantal werkuren in de onderneming en
- De wijze waarop men het maximum aantal dagen berekent die in de loop van het kwartaal kunnen worden gepresteerd door een werknemer die voltijds tewerkgesteld is in de onderneming [4]
Sancties
Enkel de te veel toegekende maaltijdcheques worden als loon beschouwd en zijn dus onderhevig aan socialezekerheidsbijdragen en belastingen berekend op het werkgeversaandeel in de maaltijdcheque. Bijgevolg worden de maaltijdcheques die voor elke effectief gepresteerde werkdag worden toegekend steeds vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen en belasting.
Worden er daarentegen te weinig maaltijdcheques toegekend, dan worden deze beschouwd als loon en zijn ze dus onderworpen aan de socialezekerheidsbijdragen en de belasting. Met andere woorden, de werkgever zal bijdragen moeten betalen op een voordeel dat hij niet aan de werknemer heeft toegekend. De bijdragen worden, zoals gezegd, enkel berekend op de tussenkomst van de werkgever in de maaltijdcheque. De toegekende maaltijdcheques zelf blijven vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen en belasting.
De bepaling van het overtollig of onvoldoende aantal toegekende maaltijdcheques gebeurt op basis van de situatie op het einde van de eerste maand die volgt op het kwartaal waarop de maaltijdcheques betrekking hebben.
[1] Tenzij het openbare ondernemingen betreft die een industriële of handelsactiviteit uitoefenen of medische verzorging verstrekken.
[2] Het gaat dus om het ruimste uurrooster (dat wil zeggen dat het maximum aantal dagen per week omvat) vermeld in het arbeidsreglement ook al is dat uurrooster slechts van toepassing op één enkele werknemer.
[3] Vermits de wettekst geen nadere omschrijving geeft, gaat het wellicht om een ondernemings-cao aangezien deze cao het normaal dagelijks aantal werkuren in de onderneming moet vermelden.
[4] De cao of het arbeidsreglement mag niet voorzien in een aantal uren of dagen dat hoger is of strijdig is met de bepalingen betreffende de arbeidsduur (Wet van 16 maart 1971).