De normale regel voor de fiscale behandeling van het vakantiegeld in dienst is de volgende:
- Op het enkel vakantiegeld (doorbetaling van het loon) van de bedienden zijn de normale principes en percentages van de bedrijfsvoorheffing van toepassing
- Op het dubbel vakantiegeld zijn specifieke percentages, rekening houdend met de hoogte van het jaarloon van de bediende, van toepassing. Meer informatie hierover vindt u door hier te klikken
Om te weten welke regel we moeten toepassen in geval van regularisatie moeten we kijken naar het saldo dat overblijft nadat het vertrekvakantiegeld (VVG), betaald door de oude werkgever, van het loon (L) en het dubbel vakantiegeld (DV), betaald door de nieuwe werkgever, werd afgetrokken.
Saldo bestaat enkel uit loon
Indien het bedrag van het dubbel vakantiegeld dat de nieuwe werkgever aan de bediende betaalt, kleiner is dan het bedrag van het vertrekvakantiegeld dat hij ontvangen heeft, dan blijft er na de regularisatie enkel loon over. Op dit loon worden de normale principes en percentages van de bedrijfsvoorheffing toegepast.
Schematisch ziet dit eruit als volgt:
Als DV < VVG: L + DV – VVG = saldo L
Op saldo L passen we de normale principes en percentages toe.
Saldo bestaat uit loon en dubbel vakantiegeld
Indien het bedrag van het dubbel vakantiegeld dat de nieuwe werkgever aan de bediende betaalt, groter is dan het bedrag van het vertrekvakantiegeld dat hij ontvangen heeft, dan blijft er na de regularisatie een deel dubbel vakantiegeld en het loon over. Op het saldo van het dubbel vakantiegeld worden de specifieke percentages voor het vakantiegeld toegepast en op het loon de normale principes en percentages.
Schematisch ziet dit eruit als volgt:
Als DV > VVG: L + DV – VVG = L + saldo DV
Op L passen we de normale principes en percentages toe.
Op saldo DV passen we de specifieke percentages toe.