Het loon dat voor de berekening van het vertrekvakantiegeld in aanmerking genomen moet worden, is het tijdens het vakantiedienstjaar verdiende brutoloon. Dit houdt in dat alle loonselementen mee in rekening gebracht dienen te worden:
- Het vast en variabel loon
- Het fictief loon
- De eindejaarspremie
- Het loon voor overuren
- De voordelen in natura
- Het enkel vakantiegeld
- Premies, bonus, winstdeling,…
Worden echter uitgesloten:
- De verbrekingsvergoeding, de beschermingsvergoedingen, de sluitingsvergoeding
- Het dubbel vakantiegeld
- De onkostenvergoedingen
- De maaltijdcheques
- De ecocheques
- De loonbonus
- De liberaliteiten of vrijgevigheden
- Het voordeel in natura dat voortvloeit uit het privégebruik van een bedrijfswagen
- De patronale bijdrage in de groepsverzekering
Opgelet echter! Voor de berekening van het vertrekvakantiegeld bij een vermindering van de arbeidsduur (ook wel "regularisatievakantiegeld" genoemd) wordt geen rekening gehouden met de vaste eindejaarspremies. Onder vaste eindejaarspremies wordt verstaan: de premies waarvan de toekenning niet gekoppeld is aan een beoordeling van de prestaties van de werknemer, aan zijn productiviteit, aan het resultaat van de onderneming of een afdeling ervan of aan ieder ander criterium dat de betaling ervan onzeker en wisselend maakt.