In het geval van taxichauffeurs die tijdens de werkuren een zware verkeersovertreding gepleegd hadden, die via de GPS van de wagen vastgesteld werd, heeft het Arbeidshof van Brussel tot twee maal toe het door de GPS verstrekte bewijs aanvaard om te oordelen dat er wel degelijk een voldoende reden bestond om de ontslagprocedure wegens dringende reden op te starten[1].
In een arrest van 14 november 2011[2] heeft het Arbeidshof van Gent dan weer gevonnist dat de installatie en het gebruik van een geolokalisatiesysteem in de wagen van een werknemer door de werkgever onwettig was. In casu had de werkgever in zijn arbeidsreglement enkel vermeld dat alle voertuigen van de werknemers uitgerust waren met een GPS-trackingsysteem. Het Hof heeft geoordeeld dat deze loutere vermelding kennelijk niet volstond om aan de vereisten van rechtmatigheid (artikel 4 van de privacywet) en informatie van de betrokken persoon (artikel 9 van de privacywet) te voldoen. Het Hof heeft derhalve besloten dat de werkgever een contractuele tekortkoming ten aanzien van zijn werknemer gepleegd had en daardoor een vergoeding aan die werknemer verschuldigd kon zijn indien deze laatste schade geleden had.
In een arrest van 2 maart 2016 stelde hetzelfde arbeidshof dat geen enkele wettelijke bepaling de werkgever (en een door hem betaalde aangestelde, inzonderheid een privédetective) toelaat om zonder instemming van de werknemer, laat staan zonder diens medeweten, een geolokalisatiesysteem in diens eigen wagen aan te brengen.
In een arrest van 8 november 2018 heeft het Arbeidshof van Luik geoordeeld dat het bewijs dat voortvloeit uit de geolokalisatie van een voertuig niet voldoet aan een specifieke bepaling die is opgenomen in het Gerechtelijk Wetboek, in een wet, in een andere wetgevende norm of in een collectieve arbeidsovereenkomst. Het Hof was van oordeel dat de privacywet van toepassing is. Het Hof was van mening dat de Antigone-rechtspraak niet van toepassing is op burgerlijke zaken van privéaard, zoals een arbeidsovereenkomst. Bijgevolg heeft het Hof beslist dat de sanctie voor een onregelmatigheid bestaat in de verwerping van het in justitie voorgelegde stuk.
[1] Arbeidshof van Brussel, 20 december 2001 en Arbeidshof van Brussel, 18 november 2004.
[2] Arbeidshof van Gent, 14 november 2011.