Voor de coronacrisis zagen we nochtans duidelijke trends dat een job for life stilaan een relict uit het verleden werd. Steeds meer werkgevers én werknemers zagen één lange loopbaan binnen hetzelfde bedrijf niet meer zitten. Werknemers verwachtten meer autonomie en flexibiliteit, en ook de houdbaarheidsdatum van jobs verviel sneller onder invloed van ingrijpende technologische evoluties en digitalisering. Denk aan de herstructureringen bij Proximus en ING.
Daarnaast steeg ook de aandacht voor werkinhoud. Werk moest in de eerste plaats zinvol zijn en bijdragen tot een hoger doel. Loyaliteit werd ondergeschikt aan jobbetrokkenheid. Jobinhoud primeerde langzaamaan op de locatie van de job of het type werkgever. Dit alles resulteerde in een groeiende groep werkenden in flexibele statuten, met zig-zag carrières, freelancers en gig economie.
Dit gaf zuurstof aan de arbeidsmarkt, die in België traditioneel muurvast zat. Met meer dan 90% van de Belgische bedienden in een contract van onbepaalde duur met anciënniteitsverloning, hadden werknemers lange tijd weinig incentives om te veranderen van job. Toch zagen we dat steeds meer – vaak jongere – werknemers hunkerden naar flexibiliteit en daarvoor op zoek gingen naar nieuwe arbeidsvormen. Net voor de crisis bereikte de werkloosheid in België een dieptepunt. Bedrijven konden dus niet anders dan flexibele oplossingen te zoeken om talent aan zich te binden. Cafetariaplannen, i-deals en flexibele werktijden waren in volle opmars.
Wat nu?
Wanneer mensen getroffen worden door grote onzekerheid, grijpen ze naar de vaste waarden. Grote groepen werknemers werden onverwacht geconfronteerd met hun financiële kwetsbaarheid. Zal ik mijn job kunnen behouden? Kan ik dit jaar op vakantie gaan? Kunnen mijn kinderen terug naar school? Alles is in beweging, dus onze eerste reflex is om te behouden wat we kunnen. We zullen dus massaal opnieuw belang hechten aan financiële zekerheid. Het aantal mensen dat kiest voor een nieuwe job, een ander carrièrepad of een toekomst als freelancer kan de komende jaren wel eens heel beperkt zijn.
Werkende mensen zijn wakker geworden in een nieuwe wereld, met angst en onzekerheid. Mensen houden niet alleen vast aan hun job, ze vinden ook opnieuw aansluiting bij wat echt van belang is: onze waarden en persoonlijke doelen. Uit een recente bevraging van econoom Stijn Baert (UGent) blijkt dat de helft van de bevraagde werknemers aangeeft dat ze bij de zoektocht naar een nieuwe baan meer belang zullen hechten aan het evenwicht tussen werk en privé. Onze behoefte aan sociaal contact en onze gezondheid worden meer dan ooit op de proef gesteld door de coronacrisis. Dit zal zich ongetwijfeld ook reflecteren op de arbeidsmarkt.
Op een bepaald moment zal de war for talent weer ongenadig toeslaan. Wanneer de vele babyboomers de arbeidsmarkt verlaten en de economie weer op gang trekt, zullen bedrijven opnieuw vechten om talent. Wie een antwoord weet te bieden op de nood aan zekerheid, met voldoende ruimte voor het gezin en zelfontplooiing, zal die strijd winnen. Flexibel samenwerken, in multidisciplinaire teams, rond diverse uitdagingen én op basis van een gemeenschappelijk gedragen verhaal wordt door Yuval Noah Harari niet voor niets de reden genoemd waarom de mens de meest succesvolle diersoort ooit is. Innovatie, ondernemingszin, solidariteit en sociaal overleg zullen meer dan ooit centraal staan in het post-corona tijdperk. Bedrijven en overheden kunnen dus maar beter nu al beginnen om onze arbeidsmarkt daarop af te stemmen en er de nodige nieuw zuurstof in te blazen.