Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Ontdek de loonbedragen voor 2025

De bedragen van de bezoldigingen voorzien door de wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978 worden op 1 januari van elk jaar geïndexeerd. Voor het jaar 2025 betekent dit dat de bedragen van 41.969 en 83.939 euro tot respectievelijk 43.106 en 86.212 euro opgetrokken worden.

Deze bedragen beïnvloeden de geldigheid van een concurrentiebeding, een scholingsbeding en een scheidsrechterlijk beding. Hieronder vind je een overzicht van die wijzigingen voor 2025.

Concurrentiebeding (art. 65, 86 en 104)

Het concurrentiebeding wordt als niet-bestaande beschouwd in de arbeidsovereenkomsten voor bedienden en arbeiders waarin het bruto jaarloon 43.106 euro niet overschrijdt.

Wanneer het bruto jaarloon tussen 43.106 euro en 86.212 euro ligt, mag het beding enkel toegepast worden op de categorieën van functies of functies die door een in het paritair comité of subcomité gesloten cao bepaald zijn.

Wanneer het bruto jaarloon 86.212 euro overschrijdt, kan het concurrentiebeding rechtsgeldig in de arbeidsovereenkomst voor bedienden en arbeiders ingeschreven worden, behalve voor de functies die bij een in het paritair comité of subcomité gesloten cao uitgesloten zijn.

Voor de handelsvertegenwoordigers wordt het concurrentiebeding eveneens als niet-bestaande beschouwd wanneer het bruto jaarloon 43.106 euro niet overschrijdt.

In de overeenkomsten waar het bruto jaarloon dit bedrag overschrijdt, is de geldigheid van elk concurrentiebeding aan een drievoudige voorwaarde onderworpen: betrekking hebben op gelijkaardige activiteiten, twaalf maanden niet overschrijden en zich beperken tot het gebied waarin de handelsvertegenwoordiger zijn activiteiten uitoefent.

Scheidsrechterlijk beding (art. 69)

De werknemers en hun werkgevers mogen zich er niet vooraf toe verbinden geschillen die uit de overeenkomst kunnen ontstaan, aan scheidsrechters voor te leggen. 

Dit verbod is echter niet van toepassing op de bediende van wie het bruto jaarloon hoger dan 86.212 euro ligt en die met het dagelijks beheer van de onderneming belast is of in een afdeling of bedrijfseenheid van de onderneming beheersverantwoordelijkheid draagt die met die voor de hele onderneming vergeleken kan worden.

Scholingsbeding (art. 22bis)

Het scholingsbeding wordt als onbestaande beschouwd wanneer het bruto jaarloon van de werknemer 43.106 euro niet overschrijdt.  Het is geldig als het bruto jaarloon hoger ligt dan 43.106 euro en ook de andere voorwaarden die door de wet worden opgelegd, vervuld zijn.

Scholingsbeding voor knelpuntberoepen

De loongrensvoorwaarde geldt niet als het scholingsbeding betrekking heeft op een opleiding voor een beroep dat of een functie die voorkomt op de lijsten van knelpuntberoepen of moeilijk in te vullen functies van de gewesten. Je kan dus een scholingsbeding afsluiten met een werknemer die een knelpuntberoep of een moeilijk in te vullen functie uitoefent, ook als de werknemer minder dan 43.106 euro per jaar verdient.

Bron