De aansprakelijkheid van de uitzendkracht
Hierdoor kan de werknemer die de werkgever of derden bij de uitvoering van zijn werk schade berokkent, enkel aansprakelijk gesteld worden voor bedrog, zware fout en gewoonlijk voorkomende lichte fout. Deze beperkte aansprakelijkheid geldt ook voor uitzendkrachten.
Burgerlijke aansprakelijkheid in hoofde van de gebruiker
De werkgever is burgerrechtelijk aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door zijn werknemers [1]. In het geval van uitzendarbeid kan de vraag gesteld worden of het uitzendbureau of de gebruiker als werkgever beschouwd moet worden.
Het Hof van Cassatie [2] heeft bij herhaling beslist dat het de feitelijke gezagsverhouding is die belangrijk is bij de vraag naar de aansprakelijkheid, en niet de juridische gezagsverhouding. Aangezien de uitzendkracht tijdens de uitvoering van zijn opdracht onder gezag, leiding en toezicht staat van de gebruiker, is deze dan ook burgerrechtelijk aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door een uitzendkracht. Het uitzendbureau kan niet worden aangesproken vermits zij geen feitelijk gezag uitoefent over de uitzendkrachten.
[1] Artikel 1384, 3de lid Burgerlijk Wetboek.
[2] Voor het eerst bij arrest van 8 november 1979.