Definitie
Onder opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid dient u te verstaan “de arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid bij een zelfde gebruiker die elk een looptijd van 24 uur niet overschrijden en die elkaar onmiddellijk opvolgen of hooguit gescheiden worden door een feestdag of door de gewone inactiviteitsdagen [1] die binnen de onderneming van de gebruiker gelden voor de categorie van werknemers waartoe de uitzendkracht behoort”.
Nadere preciseringen
De gebruiker kan een beroep doen op opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid voor zover hij kan bewijzen dat hij nood heeft aan flexibiliteit.
De nood aan flexibiliteit door de gebruiker wordt bewezen voor zover en in de mate dat het werkvolume bij de gebruiker afhankelijk is van externe factoren of het werkvolume sterk fluctueert of gekoppeld is aan de aard van de opdracht.
Dit impliceert dat het aantal opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid proportioneel moet zijn ten opzichte van de aangetoonde nood aan flexibiliteit [2].
Informatie en raadpleging
Deze informatie- en raadplegingsprocedure verschilt naargelang er al dan niet een ondernemingsraad of een vakbondsafvaardiging in de onderneming van de gebruiker bestaat.
Aanwezigheid van een ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging
Informatieverplichting
Sinds 1 oktober 2018 [3] moet één keer bij het begin van elk semester, en ongeacht de concrete datum van het sociaal overleg, de volgende informatie van het afgelopen semester ter beschikking worden gesteld van de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, van de vakbondsafvaardiging:
- 1° Gedetailleerde informatie over het gebruik van opeenvolgende dagcontracten, met name:
- Het aantal opeenvolgende dagcontracten in voorgaand semester
- Het aantal uitzendkrachten dat in voorgaand semester met een opeenvolgend dagcontract werd tewerkgesteld
- 2° Het door de gebruiker aan te leveren bewijs voor de nood aan flexibiliteit om gebruik te maken van opeenvolgende dagcontracten. Dat bewijs moet statistisch worden onderbouwd indien de personeelsvertegenwoordigers dit uitdrukkelijk vragen, en kan aangevuld worden met elementen die aantonen dat de gebruiker alternatieven heeft onderzocht voor het gebruik van opeenvolgende dagcontracten
- 3° Op uitdrukkelijk verzoek van de werknemersvertegenwoordigers van de ondernemingsraad, of bij ontstentenis, de vakbondsafvaardiging, informatie over het aantal uitzendkrachten per schijf van opeenvolgende dagcontracten [4]
Raadplegingsverplichting
De ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de vakbondsafvaardiging moet jaarlijks worden geraadpleegd over het gebruik van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid en over de motivatie om blijvend gebruik te maken van opeenvolgende dagcontracten. Deze verplichting moet samenvallen met één van de twee semestriële informatiesessies.
Gebrek aan ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging
Dezelfde informatie als deze die gebruikers met een ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging moeten bezorgen moet voor elke gebruiker en volgens dezelfde periodiciteit door het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten ter beschikking worden gesteld van de representatieve werknemersorganisaties.
Daartoe bezorgt elk uitzendkantoor de nodige gegevens aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten.
Responsabiliseringsbijdrage
Er wordt een responsabiliseringsbijdrage opgelegd wanneer het aantal opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid dat een gebruiker met een zelfde uitzendkracht sluit bepaalde drempels overschrijdt [5].
Het gebruik van opeenvolgende dagcontracten moet immers een uitzondering om economische redenen zijn, en mag geen businessmodel op zich vormen om de productie en diensten in een bedrijf te garanderen.
Deze maatregel geldt vanaf 1 januari 2023. De eerste berekeningstermijn dekt de periode van 1 januari tot 30 juni 2023.
Hoeveel bedraagt deze bijdrage?
Hoe meer opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid je afsluit over een periode van zes maanden, hoe hoger de bijdrage. Je moet daarbij rekening houden met de volgende drempels:
- 10 euro maal het totale aantal opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid, indien dit aantal gelijk is aan of groter dan 40, maar kleiner dan of gelijk aan 59 contracten
- 15 euro maal het totale aantal opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid, indien dit aantal gelijk is aan of groter dan 60 maar kleiner dan of gelijk aan 79 contracten
- 30 euro maal het totale aantal opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid, indien dit aantal gelijk is aan of groter dan 80 maar kleiner dan of gelijk aan 99 contracten
- 40 euro maal het totale aantal opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid, indien dit aantal gelijk is aan of groter dan 100 contracten
De berekeningsperiodes lopen van:
- 1 januari tot en met 30 juni van het kalenderjaar
- En 1 juli tot en met 31 december van datzelfde kalenderjaar
Voorbeeld: als gebruiker heb je 45 opeenvolgende dagcontracten over de periode van 1 januari tot 30 juni 2023 met dezelfde uitzendkracht gesloten. Je zal een bijdrage van 450 euro moeten ophoesten. In principe moet je ze voor het eerst betalen in de loop van het tweede semester van 2023.
Terugbetaling in uitzonderlijke omstandigheden
Je kan een verzoek tot terugbetaling indienen bij de RSZ wanneer je als gebruiker kunt aantonen dat de opeenvolgende contracten van zeer korte duur nodig waren om voldoende gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden.
Dat verzoek moet uiteraard de uitzonderlijke omstandigheden uiteenzetten en de redenen aangeven waarom je meent dat je de bijdrage niet moet betalen.
Voorafgaand en bindend advies van de Commissie van Goede diensten
Vooraleer de gebruiker zijn verzoek indient moet hij, na informatie en raadpleging van de ondernemingsraad, en bij ontstentenis van ondernemingsraad, na informatie en raadpleging van de vakbondsafvaardiging in de ondernemingen waarin deze organen bestaan, ter advies een dossier indienen bij de Commissie van Goede diensten, opgericht in het paritair comité voor de uitzendarbeid.
De Commissie van Goede diensten maakt haar gemotiveerd advies dan over aan de RSZ. Dat advies is bindend.
Niet voor sommige uitzendkrachten of sectoren
Deze responsabiliseringsbijdrage geldt niet voor:
- Uitzendkrachten die een rust- of overlevingspensioen genieten
- Flexi-jobbers
- Gelegenheidswerknemers bij een gebruiker die behoort tot het paritaire comité voor de landbouw (PC 144), voor de tuinbouw (PC 145) en de horeca (PC 302)
Flexibiliteit maakt immers integraal deel uit van de aard zelf van een flexi-job en gelegenheidsarbeid in de voornoemde sectoren. Ook als een gepensioneerde vrijwillig een aantal dagen wil bijspringen, moet de gebruiker niet gestraft worden.
[1] Het begrip “gewone inactiviteitsdag” behelst de inactiviteitsdagen eigen aan het arbeidsregime dat van toepassing is in de onderneming of in één van haar afdelingen en niet de gewone inactiviteitsdag inherent aan het arbeidsregime dat van toepassing is op elke werknemer afzonderlijk.
[2] CAO nr. 108/2 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
[3] CAO nr. 108/2 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
[4] Als van die mogelijkheid wordt gebruik gemaakt moet het aantal uitzendkrachten per schijf van opeenvolgende dagcontracten collectief en niet-nominatief worden meegedeeld. De gebruiker kan hiertoe gebruik maken van het modelformulier dat als bijlage bij de cao nr. 108/2 is gevoegd. Dit modelformulier dat niet verplicht is wordt dus aangeboden aan de gebruiker voor een vlottere informatieverstrekking aan de werknemersvertegenwoordigers. Indien de gebruiker echter een bedrijfseigen systeem van informatieverstrekking gebruikt moet hij daarin de in het modelformulier opgenomen rubrieken vermelden.
[5] Programmawet van 26 december 2022.