In het akkoord tussen de partijen stemt de werknemer er uitdrukkelijk mee in om per jaar tot maximaal 120 vrijwillige overuren te presteren buiten zijn wekelijkse arbeidsduur.
Elke werknemer heeft een jaarlijks quotum van 120 uren, die moeten worden gepresteerd in de periode waarop ze betrekking hebben, d.w.z. in 2024 of van 1 januari 2025 tot 30 juni 2025, zonder mogelijkheid tot overdracht naar het volgende kalenderjaar of na 30 juni 2025.
De relance-uren mogen de grens van 11 uren per dag en 50 uren per week niet overschrijden, noch de Europese arbeidstijdgrens die is vastgesteld op 48 uren per week over een referteperiode van 4 maanden.
Als de werknemer deze relance-uren (120 uur) combineert met vrijwillige overuren (basisquotum van 100 uur vastgesteld in artikel 25bis van de arbeidswet van 16 maart 1971) tijdens de vier kwartalen van 2024 en/of de eerste twee kwartalen van 2025, mag de som van deze twee soorten “vrijwillige” overuren de jaargrens van 220 uur niet overschrijden.
Voorbeeld:
Een werknemer heeft in de eerste jaarhelft van 2024 80 gewone overuren gepresteerd. Vanaf 1 januari 2024 kan de werknemer ook relance-overuren presteren. Zodra het quotum van 120 uur relance-overuren is opgebruikt, kan de werknemer in 2024 nog maar 20 gewone overuren presteren (80+120+20 = jaargrens van 220 uur bereikt).