Algemeen beginsel
De arbeidsduur is de tijd gedurende dewelke de werknemer ter beschikking van de werkgever staat.
Ter beschikking van de werkgever staan, betekent dat men steeds klaar is om in te gaan op de verzoeken of bevelen van de werkgever.
De aanwezigheid op de arbeidsplaats betekent niet automatisch dat men ter beschikking van de werkgever staat. "Aanwezigheid op de arbeidsplaats" mag niet worden verward met "arbeidstijd".
Zo vormen bijvoorbeeld de rusttijden en de verplaatsingstijden woonplaats-arbeidsplaats geen arbeidstijd, want tijdens deze periode is de werknemer niet aan het werk.
Omgekeerd worden sommige activiteiten gelijkgesteld met arbeidstijd: bijvoorbeeld de tijd dat de werknemer een opleiding volgt die door de werkgever wordt georganiseerd of informatie van de werkgever krijgt, de tijd waarin hij zetelt in de overlegorganen van de onderneming (ondernemingsraad, comité voor preventie en bescherming op het werk).
Specifieke bepalingen
Sommige sectoren hebben vanwege de specifieke aard van hun activiteiten een eigen definitie van de arbeidstijd. In die gevallen definieert een collectieve arbeidsovereenkomst [1] de periodes die wel of niet als arbeidsduur beschouwd worden.
Wilt u weten of dergelijke bepalingen van kracht zijn in uw sector, gelieve dan de sectorale bepalingen te raadplegen via de link "In uw sector" op deze pagina.
[1] Deze CAO’s werden algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.