Sportbeoefenaars - Rijksinwoners
De vrijstelling is in de eerste plaats van toepassing op alle sportbeoefenaars die Rijksinwoner zijn.
Sportbeoefenaars - Niet-rijksinwoners
De vrijstelling is ook van toepassing op de sportbeoefenaars die geen Rijksinwoner zijn wanneer ze gedurende de belastbare periode persoonlijk beroepsbezoldigingen als sportbeoefenaar ontvangen in België en dit gedurende een periode van meer dan 30 dagen per periode van 12 maanden en per schuldenaar van de inkomsten.
Gaat het om sportbeoefenaars van jonger dan 23 jaar op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de vrijstelling wordt gevraagd, dan is deze vrijstelling van doorstorting zonder meer mogelijk.
Gaat het om oudere sportbeoefenaars, d.w.z. van 23 jaar of ouder op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de vrijstelling wordt gevraagd, dan geldt er een bestedingsvoorwaarde met betrekking tot de vrijgemaakte fondsen (zie volgende vraag).
[1] Het betreft de niet-inwonende sportbeoefenaars die in die hoedanigheid persoonlijk beroepsinkomsten ontvangen in België tijdens de belastbare periode gedurende maximum 30 dagen per periode van 12 opeenvolgende maanden.