Jongere sportbeoefenaars
Gaat het om sportbeoefenaars van jonger dan 23 jaar op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de vrijstelling wordt gevraagd, dan is deze vrijstelling van doorstorting zonder meer mogelijk.
Oudere sportbeoefenaars - De bestedingsvoorwaarde
Gaat het daarentegen om oudere sportbeoefenaars, d.w.z. 23 jaar of ouder op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de vrijstelling wordt gevraagd, dan geldt er een bestedingsvoorwaarde:
Het bedrag dat vrijkomt doordat de bedrijfsvoorheffing niet volledig moet doorgestort worden aan de schatkist, moet op zijn minst voor 55% besteed worden aan de opleiding van jonge sportbeoefenaars. Hiermee viseert de overheid jongeren van minstens 12 jaar maar jonger dan 23 jaar op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de vrijstelling wordt gevraagd.
Met "besteden aan de opleiding van jonge sportbeoefenaars" bedoelt men:
Het betalen van bezoldigingen aan personen die instaan voor de opleiding, de begeleiding of ondersteuning van jonge sportbeoefenaars in hun sportbeoefening
Het betalen van bezoldigingen aan de jonge sportbeoefenaars zelf[1]
Het bedrag moet besteed worden vóór het einde van het jaar dat volgt op het jaar waarin het fiscaal voordeel wordt toegepast.
Bijvoorbeeld: wanneer het fiscaal voordeel wordt toegepast in 2023 dan moet de besteding gebeuren uiterlijk op 31 december 2024.
Indien de voorwaarde inzake de besteding van de bedragen niet binnen de voornoemde termijn wordt nageleefd, dan heeft dat voor de werkgever een gedeeltelijk verlies van de vrijstelling tot gevolg. Hij dient dan immers het niet doorgestorte bedrag dat niet besteed werd aan de opleiding van jonge sportbeoefenaars, alsnog door te storten aan de fiscus, verhoogd met nalatigheidsintresten.
[1] Het loon van een jonge sportbeoefenaar kan evenwel slechts als een geldige besteding gezien worden wanneer het niet meer bedraagt dan acht keer het minimumloon dat een sportbeoefenaar moet verdienen om onderworpen te worden aan de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars. Voor de periode van 1 juli 2024 tot 30 juni 2025 bedraagt dit minimummaandloon 11.040 euro (Koninklijk besluit van 13 mei 2024 tot vaststelling van het minimumbedrag van het loon dat men moet genieten om als een betaalde sportbeoefenaar te worden beschouwd, B.S. 3 juni 2024).