Financiële ondersteuning: de loon- en begeleidingspremie

Deze incentive wordt verleend in de vorm van twee premies:

• Een loonpremie
• En/ of een begeleidingspremie om de bijkomende kosten verbonden aan de tewerkstelling te compenseren

Je kan de twee premies dus combineren. De betaling gebeurt automatisch op basis van jouw kwartaal -RSZ-aangifte als werkgever. Als je dat wenst kan je een maandelijks voorschot vragen.

Loonpremie bij aanwerving of tewerkstelling

Je krijgt een loonpremie als je een werknemer met een arbeidsbeperking tewerkstelt van wie VDAB de nood aan werkondersteunende maatregelen heeft bepaald.

Deze loonpremie:

• Wordt berekend als percentage van het effectief betaalde loon. Weliswaar hangt het exacte bedrag af van het begrensde referteloon van de werknemer.
• Is bedoeld om tegemoet te komen aan de mogelijke extra kosten of lagere productiviteit die de arbeidsbeperking met zich mee kan brengen
• Is degressief gedurende een periode van vijf jaar

Meer over het referteloon

Het referteloon wordt geplafonneerd tot het dubbele van het gewaarborgde gemiddelde minimummaandinkomen. Bij deeltijdse tewerkstelling wordt het plafond van het referteloon pro rata verrekend.

Het referteloon is samengesteld uit:

1° het loon;
2° de verplichte werkgeversbijdragen;
3° de RSZ-kortingen ten voordele van de werkgever.

De loonpremie wordt berekend op basis van de gegevens, vermeld in de aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid

De werkgever bezorgt de loonfiches van het afgelopen kwartaal van de werknemer met een arbeidsbeperking aan het Departement Werk en Sociale Economie. Als werkgever dien je dit te doen binnen de maand nadat het refertekwartaal is afgelopen. Daarna zal dit departement de loonpremie berekenen aan de hand van het geplafonneerde brutoloon van deze werknemer.

Berekening van de loonpremie

De loonpremie bedraagt minimaal 20% en maximaal 75% van het referteloon.

Concreet zal er eerst een job onafhankelijke indicering gebeuren door de Vlaamse overheid, waarbij er met een bepaald percentage wordt gestart. Gedurende de eerste vijf kwartalen van toekenning van de loonpremie, zal het percentage maximaal 55% bedragen.

Je vindt hier een overzicht van deze startpakketten.

In een tweede fase zal een job afhankelijke evaluatie kunnen plaatsvinden. Het percentage van het referteloon kan dan stijgen tot 75 %.

Voorbeeld: de VDAB stelt vast dat een werknemer een arbeidsbeperking heeft en nood heeft aan werkondersteuning. Deze heeft een blijvend karakter. Er wordt geen verhoogde loonpremie toegekend, een percentage van 40% wordt toegepast.

De werknemer heeft een referteloon van 3.500 euro. Dit is lager dan het dubbele van het GGMMI. Het percentage van 40% wordt bijgevolg berekend op de 3.500 euro.

Gedurende de eerste 5 kwartalen heeft de werkgever dus recht op een loonpremie van 40% x 3.500 euro = 1.400 euro per kwartaal.

Stel dat deze werknemer deeltijds werkt in een regime van 60 %, dan ontvangt de werkgever een loonpremie van 60%x 1.400 euro, zijnde 840 euro per kwartaal.

Begeleidingspremie bij begeleiding op de werkvloer

De begeleiding op de werkvloer heeft tot doel om werknemers met een arbeidsbeperking te ondersteunen op het vlak van hun professionele ontwikkeling en werksituatie, met het oog op een duurzame tewerkstelling.

Begeleiding is niet voor elke werknemer nodig. De beslissing of dit al dan niet noodzakelijk is en dus de facto of je recht hebt op deze premie, ligt bij de VDAB.

De begeleidingspremie vergoedt de vastgestelde behoefte aan begeleiding op de werkvloer. Ze is gekoppeld aan de spilindex van 1 januari 2023

Deze premie:

• Is een vaste vergoeding bestaande uit een forfaitair en variabel aandeel
• Is bedoeld voor begeleiding op de werkvloer
• Houdt rekening met een bijkomende (opstart)kost tijdens het eerste jaar

Hoe wordt de begeleidingspremie berekend?

In tegenstelling tot de loonpremie bestaat de begeleidingspremie uit een gedeeltelijk forfaitaire vergoeding: dit deel van de premie krijg je ongeacht het aantal gepresteerde uren van jouw werknemer.

Gedurende de eerste 5 kwartalen bedraagt ze € 1.200 €, daarna €600 per kwartaal.

Dit deel van de premie houdt rekening met een bijkomende (opstart)kost.

Boven op het forfait speelt een variabel aandeel van de begeleidingspremie in op de specifieke behoeften van jouw werknemer:

• Lage begeleidingsintensiteit: 430 euro/kwartaal
• Gemiddelde begeleidingsintensiteit: 730 euro/kwartaal
• Hoge begeleidingsintensiteit: 1.280 euro/kwartaal)

Dit deel van de premie hangt af van het aantal gepresteerde uren in het kwartaal van de premie.

Ook hier stelt de Vlaamse overheid een overzicht van de startpakketten ter beschikking waarin de maximale premies worden weergegeven bij voltijdse tewerkstelling en volledige prestaties.

Ondersteuning bij aanwerving uiterst kwetsbare personen

Vanaf 18 november 2024 zijn er ook startpakketten individueel maatwerk (bij reguliere werkgevers) uit voor de doelgroep “uiterst kwetsbare personen”(UKW) . Dit is een categorie van personen die reeds bestond binnen het collectief maatwerk (bij maatwerkbedrijven – PC 327).

Het betreft werkzoekenden die:

• een arbeidsbeperking hebben
• die twee jaar niet-beroepsactief waren
• beantwoorden aan specifieke objectieve criteria
• en die kunnen attesteren dat zij nood hebben aan ondersteuning (attest van Ligo of recent detentieverleden).

Zo kunnen ook deze UKW kiezen voor een job bij een reguliere werkgever die daarvoor dezelfde steun ontvangt van de Vlaamse overheid als een maatwerkbedrijf.

Hun verhoogde startpakket omvat :

• Een verhoogde loonpremie gedurende 8 kwartalen: 45 % (ipv 20 %) van het berekende geplafonneerde referteloon.
• Een begeleidingspremie : zoals bij andere werknemers in individueel maatwerk : 1.930 € (eerste tot en met vijfde kwartaal) en 1.030 € (zesde tot en met achtste kwartaal)  

Dit verhoogd startpakket voor UKW in de reguliere economie kan worden toegekend tot eind december 2025. Het geldt voor twee jaar.

Verhoging van de loon- en begeleidingspremies

Krijg je als werkgever individueel maatwerk voor een periode van 5 jaar en merk je na een jaar dat de premie niet volstaat om je werknemer te ondersteunen? Dan kan je als werkgever een aanpassing van de premie(s) vragen vanaf het tweede jaar van de uitbetaling.

Motiveer in je aanvraag duidelijk de behoefte aan een aanpassing van de premie(s). De VDAB doet dan een nieuwe evaluatie van de behoefte aan werk ondersteunende maatregelen en houdt daarbij rekening met de concrete behoeftes van de werknemer op de werkvloer. Het Departement Werk en Sociale Economie kan daarna beslissen om de ondersteuningspremie aan te passen