De onderbrekingsuitkeringen in het kader van tijdskrediet kunnen niet met bepaalde inkomsten gecumuleerd worden. De werknemer die zulke inkomsten heeft, zal dus geen aanspraak (meer) kunnen maken op uitkeringen. Voor een lijst van de bedoelde inkomsten verwijzen we u naar de fiche “Tijdskrediet - 4. Praktische vragen” onder de vraag “Mag een werknemer in tijdskrediet andere activiteiten uitoefenen?”.
Opgelet! Een werknemer die geen recht heeft op onderbrekingsuitkeringen (bijvoorbeeld bij niet-toegestane cumulatie met een activiteit als loontrekkende of als zelfstandige), mag zijn recht op een tijdskrediet met motief opleiding, opvoeding, palliatieve verzorging en medische bijstand aan een gezins- of familielid niet uitoefenen. Het tijdskrediet met deze motieven mag dus enkel opgenomen worden als de werknemer recht heeft op onderbrekingsuitkeringen. Hierop bestaat slechts 1 uitzondering, met name wanneer de werknemer geen recht heeft op onderbrekingsuitkeringen omdat hij een politiek mandaat uitoefent.
Daarentegen hebben de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad verduidelijkt dat het tijdskrediet met motief zorg voor een gehandicapt kind of medische bijstand aan een minderjarig kind met of zonder onderbrekingsuitkeringen kan worden genomen. Een werknemer kan zijn recht op tijdskrediet met dergelijk motief dus uitoefenen zonder van onderbrekingsuitkeringen te genieten in geval van verboden cumulatie met bepaalde inkomsten.