De wet kent aan de werknemer het recht toe om met behoud van zijn normaal loon van zijn werk afwezig te zijn naar aanleiding van familiale gebeurtenissen, voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten en in geval van verschijning voor het gerecht.
Deze betaalde afwezigheidsdagen worden gewoonlijk “klein verlet” genoemd. Ze schorsen de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
De dagen van klein verlet mogen niet met het verlof om dwingende redenen verward worden. De werknemer kan deze onbezoldigde vrije dagen genieten om bepaalde dringende problemen (ziekte of hospitalisatie van een familielid, ernstige materiële schade, ...) op te lossen. Het verlof om dwingende redenen wordt door andere bepalingen gereglementeerd.