Om van tijdelijke werkloosheid wegens technische stoornis te kunnen spreken, moeten de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn:
- De technische stoornis moet een geval van overmacht zijn. Het betreft dus een onvoorzienbare gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil (schuld) van de partijen
- De technische stoornis moet tijdelijk zijn. Indien de gebeurtenis zodanig is dat er geen werkhervatting meer kan zijn of slechts na een lange tijd, dan kan de tijdelijke werkloosheid niet worden ingeroepen
- De oorzaak van de technische stoornis moet verband houden met het bedrijfsrisico
- De technische stoornis moet zich voordoen binnen de onderneming. Zo zal een algemene elektriciteitspanne niet als reden voor tijdelijke werkloosheid wegens technische stoornis aanvaard worden.
Het is de directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA die beslist of er van een technische stoornis in de onderneming sprake is. Hiertoe kan hij eventueel de werkgever horen of een controleonderzoek verrichten. Indien de RVA weigert de technische stoornis te erkennen, kan de werkgever zich nog tot de rechtbank wenden om een definitief oordeel te verkrijgen.