Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Hoe wordt de 5%-drempel berekend?

De werkgever dient het aantal werknemers in de onderneming of de dienst te vermenigvuldigen met 5 en dit resultaat te delen door 100 en vervolgens af te ronden naar de lagere eenheid.

Laatst bijgewerkt op 15 januari 2024

Basisprincipe

De drempel is vastgesteld op 5% van het personeelsbestand van de onderneming [1] of de dienst [2]. 

Het resultaat van deze berekening geeft aan hoeveel van zijn personeelsleden tegelijkertijd met tijdskrediet mogen gaan.

Voor deze berekening wordt rekening gehouden met het aantal werknemers in de onderneming of de dienst op 30 juni van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het tijdskrediet uitgeoefend wordt. Hierbij tellen alle werknemers verbonden met een arbeidsovereenkomst als één eenheid. Deze berekeningsbasis is echter geen statisch gegeven. De werknemers van 55 jaar en ouder die een 1/5 loopbaanvermindering uitoefenen of aangevraagd hebben, tellen immers niet mee voor de bepaling van het personeelsbestand. Dit heeft als gevolg dat de berekeningsbasis van maand tot maand kan verschillen, afhankelijk van het aantal 55-plussers dat loopbaanvermindering uitoefent of aangevraagd heeft.

Opmerking: deze werknemers van 55 jaar en ouder tellen evenmin mee voor de berekening van de drempel (het aantal mensen dat reeds in tijdskrediet is).

Voorbeeld

De onderneming telt op 30 juni van het vorige jaar in totaal 75 werknemers. Op het moment van de berekening van de drempel is er één 56-jarige werknemer in 1/5 tijdskrediet. De berekening van de drempel voor de tijdskredieten verloopt dan als volgt:

75 werknemers - 1 werknemer (56-jarige werknemer in 1/5 tijdskrediet) x 5% = 3,7 = 3 werknemers

In principe zullen dus 3 werknemers tegelijkertijd met tijdskrediet mogen gaan. Maar aangezien de 56-jarige werknemer in 1/5 loopbaanvermindering niet meegerekend wordt in de telling van deze 3 werknemers, zullen er in concreto 4 werknemers tegelijkertijd met tijdskrediet kunnen zijn (de 56-jarige + 3 anderen). Indien nadien nog andere werknemers van 55 jaar en ouder een 1/5 loopbaanvermindering aanvragen, zal de berekening opnieuw gemaakt moeten worden.

Verhoging van de drempel

Per schijf van 10 werknemers van 50 jaar of ouder in de onderneming wordt de 5%-drempel met één eenheid verhoogd. De werknemers van 55 jaar of ouder die een 1/5 loopbaanvermindering uitoefenen of aangevraagd hebben, worden niet meegeteld voor het vaststellen van dit bijkomend aantal eenheden. 

Deze extra eenheid of eenheden worden bij voorrang toegekend aan de werknemers van 50 jaar of ouder die hun recht op 1/5 loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot 1/2 willen uitoefenen. Aangezien de werknemers van 55 jaar en ouder die 1/5 loopbaanvermindering wensen uit te oefenen, dit steeds mogen opnemen, moeten deze extra eenheden niet voor hen aangewend worden.

Voorbeeld

De onderneming telt op 30 juni van het vorige jaar in totaal 75 werknemers. Op het moment van de berekening zijn er 13 personen 50 jaar of ouder en zijn er twee 55-plussers met 1/5 tijdskrediet. De berekening gebeurt als volgt:

1/  75 werknemers - 2 werknemers (55-plussers in 1/5 tijdskrediet) x 5% = 3,65 = 3 werknemers

2/  3 + 1 (11 werknemers (13 van 50 jaar en ouder - de twee 55-plussers die in 1/5 tijdskrediet zijn = 1 schijf van 10 werknemers van 50 jaar en ouder) = 4 werknemers

In principe zullen dus 4 werknemers tegelijkertijd met tijdskrediet mogen gaan, maar aangezien de 55-plussers in tijdskrediet niet meegeteld worden, zullen er in totaal 6 mensen tegelijkertijd in tijdskrediet mogen gaan. 

Wanneer er in deze onderneming 5 nieuwe aanvragen voor een tijdskrediet zijn waarvan 4 van werknemers van jonger dan 50 jaar en 1 van een werknemer van minstens 50 jaar die een vermindering van de arbeidsprestaties tot 1/2 wenst, zal deze laatste gebruik mogen maken van de bijkomende eenheid. De 3 eenheden die uit de normale drempelberekening voortvloeien, zullen dan onder de andere 4 werknemers verdeeld worden volgens het voorkeur- of planningsmechanisme.

Bijzonderheden

Beperking in de tijd

De werknemers van 50 tot 54 jaar die hun recht op een loopbaanvermindering met 1/5 uitoefenen en de werknemers van 50 jaar en ouder die hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking (ongeacht of dat is in het kader van de cao nr. 77 bis of van de cao nr. 103), tellen slechts gedurende 5 jaar mee om de 5%-drempel te bepalen. Daarna worden ze niet meer meegerekend, zelfs al blijven ze halftijds of 4/5de werken. Zo vermijden we dat deze werknemers tot hun pensioen de beschikbare plaatsen voor tijdskrediet in de onderneming bezet houden. 

Opgelet, de werknemers van 55 jaar en ouder die 1/5 loopbaanvermindering uitoefenen, worden sowieso niet meegeteld in de 5%-drempel (ter herinnering: ze worden evenmin meegeteld voor de berekening van het personeelsbestand op 30 juni van het voorgaande jaar).

Thematische verloven

De bijzondere stelsels van ouderschapsverlof, verlof voor palliatieve zorg of verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek familie- of gezinslid tellen niet mee voor de berekening van de 5%-drempel. Het feit dat een werknemer in ouderschapsverlof is, zal dus niet kunnen verhinderen dat een andere werknemer tijdskrediet opneemt. Werknemers die thematisch verlof hebben opgenomen, tellen echter wel mee voor de berekening van het personeelsbestand op 30 juni van het voorgaande jaar.

De werknemers die in tijdskrediet gaan onmiddellijk na een palliatief verlof of verlof voor medische bijstand, omdat zij deze rechten opgebruikt hebben, worden gedurende de eerste 6 maanden van de uitoefening van dit recht op tijdskrediet niet in de 5%-drempel meegerekend. Zij zullen dus ook niet moeten wachten tot er een beschikbare plaats vrijkomt.

[1] Met onderneming wordt hier de technische bedrijfseenheid bedoeld, zoals gedefinieerd in het kader van de sociale verkiezingen (wet van 20 september 1948).

[2] De dienst wordt aan de hand van de kenmerken en de organisatie van de onderneming gedefinieerd.

Alle artikelen over Algemene principes - 1a. Recht op tijdskrediet en aanvraagprocedure