Het recht op tijdskrediet
De tijdskredietregeling is opgenomen in cao nr. 103 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen. Deze werd op 27 juni 2012 gesloten in de Nationale Arbeidsraad en trad op 1 september 2012 in werking [1]. Deze cao werd gewijzigd door respectievelijk de cao nr. 103bis van 27 april 2015, de cao nr. 103ter van 20 december 2016, de cao nr. 103/4 van 29 januari 2018, de cao nr. 103/5 van 7 oktober 2020 en de cao nr. 103/6 van 27 september 2022 die in werking is getreden op 1 oktober 2022..
De cao nr. 103 bepaalt welke werknemers onder welke voorwaarden recht hebben op een tijdskrediet met motief of op een eindeloopbaantijdskrediet en hoe lang ze tijdskrediet kunnen opnemen. De werknemers die aan deze voorwaarden voldoen, zullen dan ook een tijdskredietaanvraag bij hun werkgever kunnen indienen. Het maakt hierbij niet uit of ze voor dat type of die vorm van tijdskrediet aanspraak kunnen maken op onderbrekingsuitkeringen.
Een tijdskrediet zonder onderbrekingsuitkeringen is dus perfect mogelijk.
Opmerking: in bepaalde gevallen zal het verlies van het recht op uitkeringen eveneens het verlies van het recht op tijdskrediet tot gevolg hebben. Voor meer informatie hierover verwijzen we u naar de vraag “Mag een werknemer in tijdskrediet andere activiteiten uitoefenen?” in onze fiche “Tijdskrediet - 4. Praktische vragen”.
Het recht op onderbrekingsuitkeringen
Het recht op onderbrekingsuitkeringen vloeit voort uit het koninklijk besluit van 12 december 2001 [2].
Het uitkeringsbesluit bepaalt voor welke types en vormen van tijdskrediet een onderbrekingsuitkering verschuldigd is en hoe lang een werknemer op uitkeringen aanspraak kan maken.
Opgelet! Om aanspraak te kunnen maken op onderbrekingsuitkeringen moet de werknemer in de eerste plaats recht hebben op tijdskrediet. De werknemer die niet aan de voorwaarden van cao nr. 103 voldoet, zal dus sowieso geen aanspraak kunnen maken op onderbrekingsuitkeringen.
Daarnaast is het wel zo dat de onderbrekingsuitkeringen niet met bepaalde inkomsten gecumuleerd kunnen worden. Een werknemer die in theorie recht heeft op uitkeringen, kan het genot ervan dus verliezen indien hij tijdens zijn tijdskrediet bepaalde activiteiten uitoefent waarvoor hij een inkomen ontvangt. Voor meer informatie hierover verwijzen we u naar de vraag “Mag een werknemer in tijdskrediet andere activiteiten uitoefenen?” in onze fiche “Tijdskrediet - 4. Praktische vragen”.
[1] Deze cao werd bij koninklijk besluit van 25 augustus 2012 algemeen verbindend verklaard. Deze cao vervangt de vroegere cao nr. 77bis.
[2] Laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 26 januari 2023 tot wijziging van diverse koninklijke besluiten inzake tijdskrediet, thematische verloven en loopbaanonderbreking.