Dit houdt in dat maximum 5% van de werknemers van de onderneming (of de dienst) [1] tegelijkertijd in tijdskrediet mogen gaan.
Deze drempel van 5% kan echter verhoogd of verlaagd worden:
- Op sectoraal niveau door een sectorale cao
- Op ondernemingsniveau door een bedrijfs-cao of door het arbeidsreglement (behalve indien de sector dit verbiedt)
Principe
Wanneer een werknemer recht heeft op tijdskrediet, kan de werkgever zijn aanvraag niet weigeren. Indien echter in de onderneming of de dienst in totaal meer dan 5% van de werknemers gelijktijdig het recht op tijdskrediet of loopbaanvermindering (oude en nieuwe regeling) of op loopbaanonderbreking in toepassing van het oude stelsel uitoefenen [2], zal de werkgever een nieuwe aanvraag wel kunnen uitstellen tot het aantal werknemers in tijdskrediet opnieuw onder de drempel is gezakt.
Opmerking: in ondernemingen met 11 tot 19 werknemers geeft de toepassing van de 5%-drempel steeds een resultaat dat kleiner is dan 1. Dit wil evenwel niet zeggen dat de werkgever elke tijdskredietaanvraag voor onbepaalde tijd kan uitstellen. De 5%-drempel speelt immers enkel bij gelijktijdige afwezigheden (minstens 2 werknemers) [3]. In ondernemingen van 11 tot 19 werknemers zal dus telkens 1 werknemer tijdskrediet mogen opnemen.
Voor de berekening van deze 5%-drempel verwijzen we u naar de vraag “Hoe wordt de 5%-drempel berekend?”.
Wanneer er meerdere aanvragen voor de 15de van een maand en voor dezelfde periode ingediend zijn en de drempel is bereikt, bepaalt de reglementering bovendien een voorkeur- en planningsmechanisme. Op basis daarvan zal dan bepaald worden welke aanvraag wanneer ingewilligd kan worden.
Uitzondering
De 5%-drempel is niet van toepassing voor werknemers van 55 jaar of ouder die een 1/5 loopbaanvermindering aanvragen of hebben aangevraagd (ongeacht of die aanvraag werd gedaan in het algemeen stelsel of het specifieke stelsel voor oudere werknemers).
Concreet wil dit zeggen dat zij steeds 4/5 zullen kunnen gaan werken, ook als de drempel in de onderneming al bereikt is en er dus in principe geen nieuwe tijdskredieten meer mogen bijkomen.
[1] Met onderneming wordt hier de technische bedrijfseenheid bedoeld, zoals gedefinieerd in het kader van de sociale verkiezingen (wet van 20 september 1948). De dienst wordt aan de hand van de kenmerken en de organisatie van de onderneming gedefinieerd.
[2] Er wordt geen rekening gehouden met werknemers die een thematisch verlof hebben genomen.
[3] Deze zienswijze werd ons bevestigd door het VBO.