Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Wat is de invloed van het tijdskrediet op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag?

De situatie is de volgende: de werknemer heeft zijn prestaties verminderd in het kader van een eindeloopbaantijdskrediet. Hij wordt door de werkgever ontslagen op 62-jarige leeftijd en valt onder het toepassingsgebied van CAO nr. 17 inzake het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Laatst bijgewerkt op 15 januari 2024

De werknemer zal dus ten laste van zijn werkgever recht hebben op een bedrijfstoeslag bovenop de werkloosheidsuitkeringen. Deze bedrijfstoeslag is gelijk aan het verschil tussen de werkloosheidsuitkering en het nettoreferteloon, dit is in de meeste gevallen het loon van de laatste maand van tewerkstelling.

Probleemstelling

De RVA neemt voor de berekening van de werkloosheidsuitkeringen de periode van vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van tijdskrediet niet in aanmerking. De werknemer zal dus recht hebben op werkloosheidsuitkeringen berekend op basis van zijn arbeidsregime vóór de periode van tijdskrediet. 

Het referteloon van de werknemer voor de berekening van de bedrijfstoeslag zal echter het deeltijdse loon zijn, aangezien de werknemer tijdens de laatste maand van tewerkstelling deeltijds werkte in het kader van zijn tijdskrediet. 

Dit heeft als gevolg dat de werkgever geen bedrijfstoeslag verschuldigd zal zijn, aangezien de werkloosheidsuitkering hoger zal liggen dan het referteloon en het resultaat van de berekening van de bedrijfstoeslag dus negatief zal zijn.

Oplossing

Om die reden heeft de Nationale Arbeidsraad een advies [1] uitgebracht waarin de Raad aanbeveelt om de bedrijfstoeslag en de werkloosheidsuitkeringen te berekenen op basis van dezelfde arbeidsregeling. En aangezien de werkloosheidsreglementering bepaalt dat de uitkeringen moeten worden berekend op het loon vóór de vermindering van de arbeidsprestaties, wordt de werkgever aanbevolen om dat loon ook als basis te nemen voor de berekening van de bedrijfstoeslag. 

Dit is een aanbeveling en heeft dus geen bindende kracht.  Zelfs als de werkgever de aanbeveling volgt, is het niet zeker dat het fonds dat ook zal doen. Het fonds zou kunnen weigeren om uit te keren en dat zou het fonds niet verweten kunnen worden.

[1] Advies nr. 859 van 3 maart 1987 dat steunt op artikel 7 §4 van de cao nr. 17.

Alle artikelen over Praktische vragen