Deze collectieve pensioenregelingen worden beheerst door gelijkaardige regels en in dezelfde voordelen kunnen voorzien:
- Groepsverzekeringen: de werkgever (of de sector in geval van een sectorpensioen) tekenen een contract met een verzekeringsmaatschappij. De verzekeringsmaatschappij int de premies bij de werkgevers en moet voorzien in een minimaal rendement .
- Pensioenfondsen: hier is er geen “gewone” verzekeringsmaatschappij, maar wel een vzw of onderlinge verzekeringsmaatschappij waarin werkgevers en werknemers vertegenwoordigd zijn. Er bestaat geen minimumrendement, maar wel kapitaalsgarantie: de gestorte bijdragen zijn dus gewaarborgd.
Ondernemingen met een vakbondsafvaardiging kiezen veelal voor pensioenfondsen omdat zij daar betrokken zijn in het beheer. Bovendien hebben deze fondsen in het verleden betere resultaten gehaald dan de groepsverzekeringen, hetgeen uiteraard geen garanties biedt voor de toekomst.
In het geval van een sectorpensioen heeft de individuele werkgever deze keuze niet.