Principe
Het algemene principe luidt dat het verboden is om de persoonlijke kledij en/of goederen van de werknemers te controleren.
In afwijking van dit principiële verbod mogen de goederen (maar niet de kledij) van de werknemers bij het verlaten van de onderneming of de arbeidsplaats gecontroleerd worden, indien de controle uitsluitend gebeurt om diefstal van goederen in de onderneming of op de arbeidsplaats te voorkomen of vast te stellen.
Toegestane vormen van controle
Het kan gaan om:
- Een controle bij wijze van steekproef (zonder onderscheid tussen de werknemers)
- Een individuele controle van een bepaalde werknemer, doch enkel als er vanwege het gedrag van de betrokkene materiële aanwijzingen, omstandigheden of ernstige aanwijzingen zijn dat hij goederen ontvreemd heeft
- Een systematische controle door middel van een elektronisch of technisch detectiesysteem
Deze laatste controle mag enkel ingesteld worden met de toelating van de FOD Binnenlandse Zaken. Die toelating is steeds beperkt in de tijd en zal slechts verleend worden als de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn:
- De aanvraag om tot een systematische controle over te gaan moet uitgaan van de onderneming of van de dienst waartoe de bewakingsagenten die de controles zullen uitvoeren, behoren
- Er is door middel van een veiligheidsadvies aangetoond dat andere middelen of methodes die minder ingrijpend zijn voor de private levenssfeer niet afdoende kunnen bijdragen tot de preventie of vaststelling van diefstallen in de onderneming
- Er is over de uit te voeren controles een schriftelijk akkoord gesloten in de ondernemingsraad, of bij ontstentenis, met de vakbondsafvaardiging, of bij ontstentenis, met de werknemers
Hierna beschrijven we de voorwaarden die de werkgever moet naleven om een controle te mogen instellen.