Wat zijn loonkosten?
De loonkosten bestaan uit alle kosten die je als werkgever maakt om de prestaties van je werknemer te vergoeden. Dat omvat het brutoloon (nettoloon, RSZ-bijdragen van je werknemer, bedrijfsvoorheffing), maar ook andere vormen van verloning:
- RSZ-bijdragen van de werkgever, ook gekend als de patronale bijdragen
- Vakantiegeld
- Bonussen
- Extralegale voordelen
- Arbeidsongevallenverzekering
- Materiaal
Welke factoren bepalen je loonkosten?
In ons land hangen de loonkosten af van verschillende randvoorwaarden, vaak vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) per paritair comité. Zo’n paritair comité is een overlegorgaan tussen werkgevers en werknemers per bedrijfstak.
De cao bepaalt het wettelijk minimum voor je sector en dat hangt dan weer af van deze factoren:
- Arbeider of bediende
- De functie en/of hiërarchisch niveau
- Leeftijd en aantal jaar ervaring
- Hoeveel dagen/uren per maand (voltijds of deeltijds)
- Sector waarin jouw bedrijf actief is
Zolang je voldoet de wettelijke voorwaarden, heb je als werkgever de vrijheid om de verloning verder aan te vullen, bijvoorbeeld met alternatieve verloning en extralegale voordelen. Zo stel je een loonpakket op maat samen.
Formule om het nettoloon te bereken
Het nettoloon is het bedrag dat je personeel op het einde van de maand effectief krijgt. Je berekent het zo:
Nettoloon = brutoloon – werknemersbijdrage – bedrijfsvoorheffing |
Brutoloon: definitie & onderdelen
Het brutoloon is het totale loon van de werknemer, vóór de aftrek van sociale lasten en belastingen. Het omvat onder andere:
- De vergoeding voor de gewerkte uren
- Loon voor feest- en vakantiedagen
- Mogelijke overuren en extralegale voordelen
Het minimumloon van medewerkers ligt trouwens vast in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) overeengekomen in een paritair comité, het Belgische overlegorgaan tussen werkgevers en werknemers dat onderhandelt over de collectieve arbeidsovereenkomst.
Je mag op niveau van je onderneming ook cao’s afsluiten, maar de overeengekomen lonen moeten gelijklopen met de vastgelegde minima van je sector. Bestaan er geen afspraken voor je sector, dan baseer je je op het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen.
Patronale lasten of RSZ-bijdragen
Patronale lasten of RSZ-bijdragen is een belasting die je als werkgever betaalt aan de sociale zekerheid. Hiermee financiert de overheid de pensioenen, maar ook de gezinsbijslag, werkloosheidsuitkeringen en meer.
Gemiddeld bedragen patronale lasten 25% van het brutoloon, al varieert dat percentage van sector tot sector. Je betaalt ze bovenop het brutoloon.
Wil je een werknemer bijvoorbeeld een brutoloon van € 3.500 uitkeren? Dan betaal je zelf alvast € 4.375. Belangrijk: voor je eerste werknemer heb je recht op een vrijstelling van de patronale lasten via de doelgroepvermindering voor een eerste aanwerving.
Belastbaar loon
Werknemers betalen ook een bijdrage aan de sociale zekerheid . Dat percentage gaat af van hun brutoloon, pas daarna worden de belastingen (bedrijfsvoorheffing) verrekend en worden er extralegale voordelen bij hun loon geteld. Met andere woorden, wat overblijft na afhouding van de RSZ-bijdrage is het belastbaar loon.
De wetgeving maakt hier een onderscheid tussen arbeiders en bedienden:
- Voor bedienden bedraagt de RSZ-bijdrage 13,07% van het brutoloon
- Bij arbeiders wordt die 13,07% berekend op 108% van het brutoloon
Bij een brutoloon van bijvoorbeeld € 3.500 draagt je medewerker gemiddeld € 457,45 af aan de sociale zekerheid.
Bedrijfsvoorheffing
Na de bijdrage aan de sociale zekerheid, volgt er nog de bedrijfsvoorheffing, een voorafbetaling van je werknemer aan de personenbelasting. Hoeveel belastingen medewerkers precies betalen, hangt af van hun gezinssituatie en hun loon.
Bovendien indexeert de federale overheid elk jaar de bedrijfsvoorheffing voor het komende jaar. Hou dus steeds rekening met de recentste cijfers.
