Om te bepalen of doorwerken bij ziekte een kost is dan wel een winst, stellen we twee vragen. Waren de gezondheidsproblemen te vermijden? Is doorwerken met deze gezondheidsproblemen een goede keuze? Het antwoord op de eerste vraag geeft aan of presenteïsme op korte termijn een winst is dan wel een kost. Het antwoord op de tweede vraag doet dat voor de lange termijn.
Presenteïsme is een winst
Presenteïsme is een winst als het alternatief absenteïsme is. Want bij absenteïsme werkt de werknemer niet, bij presenteïsme werkt de werknemer toch een deel van zijn dag. We spreken hier dan van gezondheidsproblemen die niet te vermijden waren, zoals doorwerken met een gebroken been.
Presenteïsme blijft ook op de langere termijn een winst als de keuze om door te werken een gezonde keuze was. Thuiswerk bij een lichte verkoudheid bijvoorbeeld, geeft op de lange termijn geen gezondheidsproblemen voor de werknemer en dus ook geen absenteïsmekosten.
Presenteïsme is een kost
Presenteïsme is een kost als het alternatief een gezonde werkende werknemer is. Want een gezonde werknemer werkt in principe 100%, terwijl een werknemer bij presenteïsme volgens de wetenschap gemiddeld slechts 70% productief is. We spreken hier dan van vermijdbare gezondheidsproblemen, zoals lage rugpijn door stress op het werk.
Om deze kost te vermijden, moeten we ons dus de vraag stellen hoe we die gezondheidsproblemen hadden kunnen voorkomen. Een preventief absenteïsmebeleid kan hier soelaas bieden. We denken dan ten eerste aan optimalisatie van de werkcontext door bijvoorbeeld het verlagen van de werkdruk of ergonomische aanpassingen van de werkpost. Ten tweede: autonome motivatie door bijvoorbeeld training van leidinggevenden.
Presenteïsme is ook een kost als we de gevolgen op langere termijn bekijken van een ongezonde keuze om door te werken bij ziekte. Werken met gezondheidsproblemen is een ongezonde keuze voor de werknemer als hij hierdoor zijn risico op langdurige ziekte vergroot. Het is ook een ongezonde keuze voor zijn collega’s als hij hen besmet. In beide gevallen is de absenteïsmekost van de werknemer vandaag laag, maar later hoog.
Wie bijvoorbeeld koorts heeft, werkt best niet. Het is ook ongezond om op dezelfde manier door te werken wanneer men al lange tijd kampt met concentratieproblemen, hoofdpijn en hartkloppingen door continu doorwerken onder stress zonder recuperatie. Want dan is het risico op een burn-out, en dus op langdurige uitval, groot. En dan is men 0% productief. Wanneer iemand met een verkoudheid niet kan thuiswerken, maar tussen de collega’s aan de slag gaat, zullen anderen besmet raken en ook tijdelijk minder productief zijn als het om een zware verkoudheid gaat.