Lees eerst even dit
De wet verbiedt de werknemer daden van oneerlijke concurrentie te verrichten of eraan mee te werken, zowel gedurende de overeenkomst als na het beëindigen ervan. Met daden van oneerlijke concurrentie bedoelt men bijvoorbeeld de beschimping van producten of diensten van de vroegere werkgever, het systematisch wegkopen van zijn cliënteel,...
Naast dit verbod tot oneerlijke concurrentie dat voor alle werknemers geldt, wenst de werkgever soms dat zijn werknemer na het einde van de arbeidsovereenkomst niet in dienst van een concurrent treedt. Hij kan daartoe een beroep doen op het concurrentiebeding
Concurrentiebeding
Het concurrentiebeding is “het beding waarbij de werknemer de verbintenis aangaat bij zijn vertrek uit de onderneming geen soortgelijke activiteiten uit te oefenen, hetzij door zelf een onderneming uit te baten, hetzij door bij een concurrerende werkgever in dienst te treden, waardoor hij de mogelijkheid heeft de onderneming die hij verlaten heeft nadeel te berokkenen door de kennis die eigen aan die onderneming is en die hij op industrieel of handelsgebied in die onderneming verworven heeft, voor zichzelf of ten voordele van een concurrerende onderneming aan te wenden”.
Het concurrentiebeding wordt dus door drie essentiële elementen gekenmerkt:
- De uitoefening van een soortgelijke activiteit hetzij door zelf een onderneming uit te baten hetzij door bij een concurrent te gaan werken. Met soortgelijke activiteiten worden de activiteiten bedoeld die achtereenvolgens in concurrerende ondernemingen, meer bepaald in ondernemingen die tot dezelfde bedrijfstak behoren, uitgeoefend worden. Bovendien moet de werknemer een soortgelijke functie als tijdens zijn vroegere arbeidsovereenkomst uitoefenen
- De mogelijkheid om de werkgever nadeel te berokkenen. Het is dus noodzakelijk dat de werkgever gestoord zou worden door de concurrerende activiteit. Het volstaat dat de werknemer op het einde van de arbeidsovereenkomst de mogelijkheid heeft om de werkgever nadeel te berokkenen en het is dus niet noodzakelijk dat de werknemer effectief bij een concurrerende firma is gaan werken na het einde van zijn arbeidsovereenkomst (arrest Hof Van Cassatie van 5 mei 2014)
- Het verwerven van een bijzondere kennis op industrieel of handelsgebied door de werknemer in de onderneming.