Arbeidsduur
Voor de jeugdige werknemers, met name minderjarige werknemers van 15 jaar of ouder die niet meer aan de voltijdse leerplicht onderworpen zijn, wordt de arbeidsduur gedefinieerd als de tijd gedurende welke zij ter beschikking van één of meerdere werkgevers staan.
Bepalingen voor deeltijdse werknemers
Met betrekking tot de deeltijdse arbeid mag de arbeidsovereenkomst, behoudens andersluidende sectorale bepalingen, geen wekelijkse arbeidsduur van minder dan één derde van de arbeidsduur van een voltijdse werknemer, tewerkgesteld in dezelfde sector, bepalen. Daarenboven en onder hetzelfde voorbehoud mag de duur van elke arbeidsperiode niet minder dan 3 uur per dag bedragen.
Het principe van de minimale wekelijkse arbeidsduur van 1/3 is evenwel niet van toepassing op de arbeidsovereenkomst voor:
- Studenten van wie de prestaties enkel aan de bijzondere solidariteitsbijdrage onderworpen zijn
- Studenten van wie de prestaties aan de normale socialezekerheidsbijdragen onderworpen zijn wanneer ze aangeworven zijn in het kader van een arbeidsovereenkomst met een vast uurrooster waarin dagprestaties van ten minste 4 uur voorzien zijn en waarbij:
- De arbeidsovereenkomst bepaalt dat bijkomende prestaties uitgesloten zijn, behalve indien ze voorafgaan aan of onmiddellijk aansluiten op de prestaties die in de arbeidsovereenkomst omschreven zijn
- De arbeidsovereenkomst voorziet in de betaling van een overloon voor de prestaties die de grenzen bepaald in de arbeidsovereenkomst overschrijden
- Een kopie van de arbeidsovereenkomst naar het Toezicht op de sociale wetten verstuurd wordt
Pauzes
Wat de rusttijd betreft, mogen de jeugdige werknemers van minder dan 18 jaar niet meer dan vier en een half uur zonder onderbreking werken. Wanneer de arbeidsduur vier en een half uur overschrijdt, hebben zij recht op een rustpauze van minstens een half uur. Wanneer de arbeidsduur zes uur overschrijdt, moet de rust één uur bedragen, waarvan een half uur in één keer genomen moet worden. Deze jongeren moeten bovendien tussen twee opeenvolgende prestaties gedurende ten minste 12 ononderbroken uren een rustpauze genieten.
Nachtwerk, arbeid op zon- en feestdagen
De bepalingen betreffende nachtwerk en arbeid op zon- en feestdagen zijn eveneens op de studenten van toepassing. In principe is nachtwerk en werk op zon- en feestdagen voor jongeren van minder dan 18 jaar verboden. De wet voorziet evenwel in bepaalde gevallen uitzonderingen op dit principe.
Voor de jeugdige werknemers heeft de wetgever een bijkomende rustdag ingevoerd. Naast de verplichte zondagsrust hebben deze jongeren recht op een bijkomende rustdag per week die onmiddellijk volgt op de zondag of eraan voorafgaat. Zij hebben m.a.w. recht op rust op zaterdag en zondag of op zondag en maandag.
Ook hier zijn in uitzonderlijke gevallen mogelijke afwijkingen voorzien. In geval van prestaties door de jeugdige werknemers op zondag of op de bijkomende rustdag binnen de toegelaten afwijkingen moet de toegekende inhaalrust minstens 36 opeenvolgende uren bedragen.
Sancties
Voor een overzicht van de sancties die van toepassing zijn bij inbreuk op deze bepalingen verwijzen we u naar het trefwoord “Arbeidsduur” in de fiche “Sociaal Strafwetboek – 4. De inbreuken” van het thema Verplichtingen van de werkgever > Sociale inspectie en sociaal strafrecht federaal.