Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Verjaringstermijnen bij de RSZ

Hier vindt u de verjaringstermijnen voor de RSZ.

Laatst bijgewerkt op 22 januari 2024

Principe

De verjaringstermijn waarbinnen de RSZ een vordering kan instellen, bedraagt 3 jaar. Deze termijn is ook van toepassing voor de vorderingen van een werkgever tegen de RSZ tot recuperatie van niet-verschuldigde bijdragen.

Uitzondering in geval van fraude

Wanneer de werkgever gefraudeerd heeft, wordt de verjaringstermijn verlengd. Wanneer de RSZ dus een ambtshalve regularisatie uitvoert omdat ze bij de werkgever bedrieglijke handelingen of valse of opzettelijk onvolledige aangiften heeft vastgesteld, bedraagt de verjaringstermijn 10 jaar.

Tot 1 januari 2023 was dit 7 jaar. De maatregel is op 1 januari 2023 in werking getreden en geldt enkel voor de perioden die op datum van 1 januari 2023 nog niet verjaard zijn, namelijk de perioden vanaf het 4de kwartaal 2015 (dat, volgens de vroegere verjaringstermijn van 7 jaar, pas op 31 januari 2023 zou verjaren).

Ook in geval van bedrieglijke onderwerping aan de sociale zekerheid voor werknemers beschikt de RSZ over een termijn van 10 jaar vanaf de eerste dag van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de inbreuk zich heeft voorgedaan. Binnen deze termijn moet ze overgaan tot de annulering van de bedrieglijke onderwerping of tot de ambtshalve onderwerping bij de werkelijke werkgever[1]. 

De maatregel is ook op 1 januari 2023 in werking getreden. Ze geldt enkel voor de perioden die op datum van 1 januari 2023 nog niet verjaard zijn, namelijk de perioden vanaf het 4de kwartaal 2015 (dat, volgens de vroegere verjaringstermijn van 7 jaar, pas op 31 januari 2023 zou verjaren).

Bij een eventuele terugbetaling van de bijdragen geldt de verjaringstermijn van 3 jaar, de RSZ zal dus eventueel voor een periode van maximum 3 jaar bijdragen terugbetalen.

Een werkgever maakt zich schuldig aan bedrieglijke onderwerping als hij iemand opneemt in de DmfA-aangifte op basis van een fictieve tewerkstelling met de bedoeling de betrokken persoon sociale voordelen te laten genieten (kindergeld, jaarlijkse vakantie, uitkeringen werkloosheid en ziekte, enz.).

Faillissement

Het recht van de RSZ opname te vorderen van een schuldvordering verjaart na verloop van 1 jaar te rekenen vanaf het faillietverklarend vonnis. Dit betekent niet dat de schuldvordering van de RSZ verjaard is wanneer het jaar voorbij is, maar de RSZ kan dan niet meer doen dan zijn vordering inschrijven op het passief van het faillissement.

Wanneer begint de verjaringstermijn te lopen?

Vorderingen van de RSZ

De werkgever moet zijn DmfA-aangifte uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op het kwartaal waarop de aangifte betrekking heeft, indienen en uiterlijk op diezelfde dag moeten de bijdragen voor dat kwartaal aan de RSZ betaald zijn. De verjaringstermijn waarbinnen de RSZ een vordering tegen de werkgever kan instellen, begint dus te lopen na afloop van deze termijn [2].

Vorderingen tegen de RSZ

De verjaringstermijn begint te lopen de dag waarop de werkgever zijn bijdragen betaalt.

Loonachterstallen

De bijdragen verschuldigd op de loonachterstallen moeten aangegeven en betaald worden uiterlijk binnen de maand die volgt op de maand waarin het recht van de werknemer op deze achterstallen erkend werd door de werkgever of door een rechterlijke uitspraak met kracht van gewijsde.

De verjaringstermijn voor deze bijdragen begint te lopen vanaf het moment dat deze betalingstermijn is verstreken, met andere woorden vanaf de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin:

  • De werkgever het recht van de werknemer op de loonachterstallen erkend heeft
  • Het recht op de loonachterstallen erkend werd door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde (omwille van het akkoord van de schuldenaar of omwille van het verstrijken van de beroepstermijn)

Verbrekingsvergoedingen

De bijdragen verschuldigd op de verbrekingsvergoedingen moeten worden aangegeven en betaald door de werkgever uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op het kwartaal waarin de vergoedingen verschuldigd zijn.

Een laattijdige verbrekingsvergoeding voor een periode die geheel of gedeeltelijk voorbij is, moet worden aangegeven en betaald uiterlijk binnen de maand die volgt op de maand waarin het recht van de werknemer op deze vergoeding erkend werd door de werkgever of door een rechterlijke uitspraak met kracht van gewijsde.

De verjaringstermijn begint te lopen van zodra de betalingstermijn verstreken is.

Stuiting

Naast de gewone wijzen om de verjaring te stuiten (de dagvaarding voor het gerecht, het bevel tot betaling,een beslaglegging) kan zowel de werkgever als de RSZ de verjaring stuiten door een aangetekende brief. Deze brief moet de volgende zaken vermelden: de feiten of vaststellingen waarop de vordering steunt, de betrokken kwartalen, de grond van de vordering met vermelding van het bedrag aan bijdragen of een provisionele raming, en de vermelding dat de brief tot doel heeft de verjaring te stuiten.

De RSZ (niet de werkgever) heeft de mogelijkheid een dwangbevel te laten betekenen en zo de verjaring te stuiten.

De verjaring wordt eveneens gestuit door de instelling of de uitoefening van de strafvordering, alsook door daden van onderzoek of daden van vervolging.

[1] De eventuele terugbetaling van bijdragen geldt voor een periode van maximum 3 jaar.

[2] De werkgever kan de ingediende aangifte nog wijzigen of nog een aangifte indienen tijdens de verjaringstermijn. Ook de RSZ kan tijdens deze termijn een aangifte indienen of een ingediende aangifte wijzigen en de verschuldigde bijdragen eisen. Opgelet echter, een aangifte die buiten de normale termijn werd ingediend, kan aanleiding geven tot sancties.

Alle artikelen over Wat is verjaring?