Door een alternerende opleiding te volgen, kunnen de jongeren tijdens hun opleiding secundair onderwijs reeds werkervaring opdoen: een theoretische opleiding (op school of in een vormingscentrum) wordt gekoppeld aan een praktische opleiding in een onderneming, en dit onder toezicht van een mentor (een ervaren werknemer of bedrijfsleider van de onderneming) en een trajectbegeleider (een door de opleidingsverstrekker gemandateerd persoon).
Onder alternerende opleiding wordt verstaan:
- Elke opleiding van het voltijds secundair onderwijs en van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3 en 4 die door de Vlaamse regering als duaal wordt aangeduid
- Elke opleiding in het deeltijds beroepssecundair onderwijs
- Elke opleiding in de leertijd[1]
[1] Onder leertijd wordt verstaan: een praktijkopleiding in een onderneming, aangevuld met een theoretische vorming in een erkend centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen.