Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Welk soort overeenkomst sluiten?

Er dient een tripartiete overeenkomst te worden gesloten.

Laatst bijgewerkt op 24 januari 2024

Tripartiete overeenkomst

Voor de uitvoering van de alternerende opleiding, en voor zover de opleiding op de werkplek via een reguliere tewerkstelling wordt ingevuld, moet er een tripartiete overeenkomst gesloten worden tussen:

Mogelijke vormen van overeenkomsten

Principe

De twee mogelijke overeenkomsten zijn[2]:

  • De overeenkomst van alternerende opleiding (OAO): deze moet gesloten worden als de opleiding gemiddeld op (school)jaarbasis minstens 20 uur per week opleiding op een reële werkplek omvat, zonder rekening te houden met de wettelijke feest- en vakantiedagen
  • De stageovereenkomst alternerende opleiding (SAO): deze moet gesloten worden:
    • Ofwel als de opleiding door de Vlaamse regering als duaal is aangeduid en op de werkplek gemiddeld op (school)jaarbasis minder dan 20 uur per week bedraagt, zonder rekening te houden met de wettelijke feest- en vakantiedagen
    • Ofwel als de opleiding uitsluitend plaatsvindt op een gesimuleerde werkplek[3]

Opmerking: de breuklijn tussen de gewone overeenkomst en de stageovereenkomst ligt op 20 uur per week omwille van het socialezekerheidsstatuut voor alternerende opleidingen. Leerlingen vallen immers onder dit statuut indien ze gemiddeld 20 uur per week werken. De Vlaamse regering heeft haar regelgeving op dit vlak dus afgestemd op de federale wetgeving. 

Uitzondering

In twee gevallen is het mogelijk om in plaats van één van bovenstaande overeenkomsten te gebruiken, een deeltijdse arbeidsovereenkomst met de leerling te sluiten:

  • De eerste uitzondering is ingevoerd voor de werkgevers uit de non-profitsector die onder het toepassingsgebied van de sociale maribel vallen, omdat dit soort overeenkomst vereist is om van de sociale maribel-maatregel te kunnen genieten. Ook de werkgevers die onder het PC 143 voor de zeevisserij ressorteren kunnen gebruik maken van een deeltijdse arbeidsovereenkomst.
  • De tweede uitzondering is een overgangsmaatregel voor het deeltijds beroepssecundair onderwijs. Hier blijft het, tot een nog nader te bepalen datum, mogelijk om met een deeltijdse arbeidsovereenkomst te werken voor opleidingen die door de Vlaamse regering niet als duaal aangeduid zijn en waarbij gemiddeld minder dan 20 uur per week op de werkplek doorgebracht wordt.

Op deze overeenkomsten is de arbeidsovereenkomstenwet van toepassing. We gaan er hier dan ook niet verder op in. 

[1] Hierdoor worden vrije leerlingen uitgesloten. Het is immers de bedoeling dat de leerlingen op een bepaald ogenblik in hun opleiding een overeenkomst voor alternerende opleiding sluiten waarmee ze ook onder het federale socialezekerheidsstatuut alternerende opleiding vallen. Dit kan niet het geval zijn voor een vrije leerling aangezien deze geen eindkwalificatie kan behalen en dus niet voldoet aan de voorwaarden van dit socialezekerheidsstatuut.

[2] Volgens de memorie van toelichting is het hierbij niet de bedoeling dat het soort overeenkomst dat gebruikt wordt individu-afhankelijk is, maar wel dat in eenzelfde studierichting of opleiding aan de hand van standaardtrajecten bepaald wordt of er ofwel met de overeenkomst van alternerende opleiding ofwel met de stageovereenkomst alternerende opleiding gewerkt wordt.

[3] Gesimuleerde werkplekken komen echter enkel in aanmerking voor zover ze eigen zijn aan de sector of de onderneming en ook door werknemers binnen een sector of onderneming gebruikt dienen te worden.

Alle artikelen over Vlaamse (stage)overeenkomst alternerende opleiding (SAO en OAO)