Voorrangsregel
Het is in de eerste plaats de werknemer of werkneemster ten aanzien van wie de afstamming wettelijk is vastgesteld, die recht heeft op geboorteverlof. Vóór 2015 was het alleen de vader. Sinds 2015 is meemoederschap bij wet geregeld en het Burgerlijk Wetboek bevat regels om de afstamming van de meemoeder te bepalen. Deze werknemer of werkneemster hoeft niet noodzakelijkerwijs gehuwd te zijn met de moeder van het kind of wettelijk met haar samen te wonen.
In de tweede plaats komt de meeouder of meemoeder ten aanzien van wie de afstamming niet wettelijk is vastgesteld, in aanmerking.
Het is dus niet mogelijk dat twee personen een geboorteverlof nemen voor éénzelfde kind.
Wie wordt als meeouder beschouwd (afstamming niet wettelijk vastgesteld)?
Het gaat om de werknemer die:
- Gehuwd is met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat
- Wettelijk samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft. Deze persoon mag geen bloedverwant in rechte lijn, broer of zus zijn
- Sedert een onafgebroken periode van drie jaar voorafgaand aan de geboorte op permanente en affectieve wijze samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft. Deze persoon mag geen bloedverwant in rechte lijn, broer of zus zijn
Het bewijs van samenwoning en hoofdverblijf wordt geleverd aan de hand van een uittreksel uit het bevolkingsregister. De hoofdverblijfplaatsvoorwaarde is niet van toepassing als het kind doodgeboren is.
Om als meeouder beschouwd te worden, moet dus een bewijs van partnerschap met de moeder van het kind aangetoond worden. In de praktijk gaat het om de lesbische partner van de moeder of om de vriend van de moeder die het kind niet erkend heeft [1].
Slechts één enkele werknemer
De wet bepaalt dat het recht op geboorteverlof slechts aan één enkele werknemer kan worden toegekend. De meeouder of meemoeder ten aanzien van wie de afstamming niet wettelijk is vastgesteld kan er dus niet van genieten als de afstamming langs vaderszijde vaststaat.
Als er bovendien meerdere personen aan de bovenvermelde beschrijving van meeouder voldoen, heeft de gehuwde meeouder voorrang op de wettelijk samenwonende en de wettelijk samenwonende op de feitelijk samenwonende.
Nooit voor de moeder
Daarnaast bepaalt de wet ook uitdrukkelijk dat de werkneemster die recht op moederschapsverlof heeft voor datzelfde kind geen geboorteverlof kan opnemen, ook zal zou ze aan de voorwaarden voldoen.
Op die manier wil de wetgever vermijden dat de moeder van het kind, na haar zwangerschapsverlof, nog extra dagen thuis zou blijven via het geboorteverlof.
[1] Als het kind erkend werd, is hij immers de wettelijke vader en niet meer de meeouder.