De werkgever dient zijn werknemers op voorhand te verwittigen dat zij zich wegens de slechte weersomstandigheden niet op het werk moeten aanbieden. Deze verwittiging kan op om het even welke wijze geschieden, bijvoorbeeld per telefoon, fax, brief, via de radio, via een ploegbaas of een collega-arbeider,… Er wordt dus geen enkele formele verwittigingswijze opgelegd, maar in geval van betwisting zal de werkgever wel moeten kunnen bewijzen dat hij de werknemers verwittigd heeft.
Indien de werkgever de werknemers niet binnen een redelijke termijn verwittigt en zij toch op het werk verschijnen, dan is hij hen voor de hele dag loon verschuldigd. Wanneer de arbeiders in de loop van de dag het werk ten gevolge van het slechte weer moeten onderbreken, kan de werkgever hen ook niet voor de resterende uren tijdelijke werkloos stellen en dient hij ook voor deze uren loon te betalen [1].
Zodra de weersomstandigheden een werkhervatting toelaten, moet de werkgever zijn arbeiders hiervan opnieuw verwittigen. Dit kan op dezelfde informele wijze gebeuren als de eerste verwittiging.
Opgelet! Er bestaat een specifiek stelsel voor de werknemers in de bouwsector.
[1] Artikel 27 van de wet van 3 juli 1978.