Personenbelastingen
Bij een eenmanszaak is er geen onderscheid tussen je beroeps- en persoonlijke financiële inkomsten. Je betaalt belastingen op je totale belastbare inkomen. Dat is het inkomen dat overblijft na je sociale bijdragen, beroepskosten en andere mogelijke aftrekposten.
Daarnaast is een deel van je inkomen is helemaal vrij van belastingen, de zogeheten belastingvrije basissom. Afhankelijk van je privésituatie – burgerlijke staat, kinderen, beperking, ... – kan dat bedrag hoger uitvallen, waardoor je belastingdruk daalt.
Je betaalt op de som die overblijft nog personenbelastingen aan hetzelfde tarief als een werknemer en op basis van belastingschijven. Het belastingtarief stijgt dus naarmate je inkomen groeit.
In de praktijk komt het er dus vaak op neer dat je als ondernemer met een eenmanszaak 50% belastingen betaalt op je netto belastbaar inkomen. Draait je zaak consistent goed? Overweeg dan of het tijd is om over te stappen naar een vennootschap.
Dit zijn de tarieven voor de personenbelasting van het aanslagjaar 2025 (inkomsten van 2024):
- Tot € 15.820: 25%
- Van € 15.820 tot € 27.920: 40%
- Van € 27.920 tot € 48.320: 45%
- Vanaf € 48.320: 50%
Voorbeeld: Je draait met je eenmanszaak een jaaromzet van € 60.000. Je trekt € 20.000 beroepskosten af en betaalt € 6.976 sociale bijdragen. Zo hou je € 33.024 belastbaar inkomen over. Nadat je € 5.477 personenbelastingen betaalt op de overige € 33.024, hou je € 27.547 netto over.
Ook als zaakvoerder van je vennootschap betaal je personenbelastingen. Je gebruikt de financiële middelen van je bedrijf niet zomaar voor privédoeleinden, maar keert jezelf een normaal maandloon uit. Daarop betaal je de gewoonlijke personenbelasting. Je bedrijf betaalt vennootschapsbelastingen.
Vennootschapsbelastingen
Vennootschapsbelasting is een belasting die geheven wordt op de winst van vennootschappen zoals de besloten vennootschap (BV) en de commanditaire vennootschap (CommV). In België betaal je met een eigen vennootschap een standaardtarief van 25% vennootschapsbelasting op je bedrijfswinst.
Kleine en startende vennootschappen hebben recht op een verlaagd tarief van 20%. Opgelet, het tarief van 20% geldt enkel voor de eerste schijf van € 100.000. Daarvoor moet je voldoen aan enkele voorwaarden:
- Je jaaromzet is lager dan € 9.000.000, excl. btw
- Je keert jaarlijks minimaal € 45.000 uit als bezoldiging aan één van de bedrijfsleiders*
- Een natuurlijk persoon bezit meer dan 50% van je vennootschap
- Je runt geen financieel vennootschap
*Als de belastbare winst van je vennootschap minder dan € 45.000 bedraagt, volstaat een minimumbezoldiging gelijk aan de belastbare winst.
Met een vennootschap bouw je kapitaal op binnen je bedrijf, je hoeft dus niet alles meteen uit te betalen. De winst die in je bedrijf blijft, gebruik je dan voor investeringen of laat je staan voor andere gunstmaatregelen.
Er bestaat namelijk ook iets als de onaantastbaarheidsvoorwaarde. Daarbij zijn je reserves vrijgesteld van vennootschapsbelastingen zolang je ze niet uitkeert of vermengt met belastbare reserves.
Als je oudere belastingvrije reserves daarna uitkeert, bijvoorbeeld als dividend, krijg je een gunstig belastingtarief van 15%.
Je krijgt zelfs een gunsttarief van 10% door te investeren in hetzelfde jaar waarin je het bedrag uitkeerde. Daarbij moet je investering voldoen aan de volgende voorwaarden:
- Je investeert in materiële of immateriële vaste activa, uitgezonderd personenwagens, auto’s voor dubbel gebruik en lichte vrachtauto’s.
- Je investering is afschrijfbaar.
- De overheid kan je investering niet als herbelegging zien als gespreide belasting en vrijstelling van meerwaarden op bedrijfsvoertuigen.
Voorafbetalingen & boetes
Elke belastingplichtige kan ervoor kiezen voorafbetalingen te doen om belastingvermindering te krijgen, een voorschot op de geschatte belastingen die je dat jaar moet betalen. Eenmanszaken, vennootschappen en bijberoepers krijgen elk een eigen set regels om aan te voldoen.
Een kort overzicht:
Werknemer en eenmanszaak in bijberoep |
|
Eenmanszaak in hoofdberoep |
|
Vennootschappen |
|
Met voorafbetalingen bespaar je jezelf ook het risico op sancties voor laattijdige, onvolledige of wanbetaling. De bedragen lopen namelijk snel hoog op:
- Proportionele boetes: verhoging van 10% tot 200% van het te betalen bedrag voor laattijdige, onvolledige of niet-betaling.
- Niet-proportionele boetes: € 50 tot € 1.250 bij alle overtredingen in het WIB 92.
Gemeentebelasting
Tot slot betaal je naast je personenbelastingen en mogelijke vennootschapsbelastingen ook andere belastingen.
- Gemeentebelastingen voor gemeentelijke diensten en infrastructuur. De gemeente of stad waar je woont, bepaalt de tarieven.
- Onroerende voorheffing: gewestbelasting op het kadastraal inkomen van onroerende goederen.
- Opcentiemen op de onroerende voorheffing: lokale verhoging van je onroerende voorheffing. Het bedrag gaat naar je gemeente.