Bijlage III is de derde bijlage bij het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen van 1992 (afgekort KB/WIB 92). De wet machtigde [1] de Koning om de wettelijke principes inzake bedrijfsvoorheffing ten uitvoer te leggen.
Deze bijlage III wordt minstens één keer per jaar aangepast zodat de bedragen die erin zijn opgenomen blijven overeenstemmen met de kosten van het levensonderhoud.
Bijlage III bevat de regels waarmee de schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing (over het algemeen de personen of belastingplichtigen die beroepsinkomsten betalen, zoals de werkgever) het bedrag van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing kunnen berekenen, rekening houdend met de volgende fiscale criteria (gecombineerd of afzonderlijk beschouwd):
- De hoedanigheid of categorie van de verkrijger van de beroepsinkomsten
- De categorie van beroepsinkomsten
- De woonsituatie (Rijksinwoner of niet-inwoner)
- De gezinstoestand en de personen ten laste
De tekst is onderverdeeld in acht delen:
- Deel 1: definitie van de gebruikte begrippen
- Deel 2: berekeningswijze van de jaarlijkse basisbelasting
- Delen 3 tot en met 5: specifieke toepassingsregels voor respectievelijk bezoldigingen, vervangingsinkomsten en pensioenen
- Deel 6: de toepassingsregels voor niet-gelijkgestelde niet-inwoners
- Deel 7: restcategorie van niet in deel 3 tot deel 6 bedoelde inkomsten
- Deel 8: aanvullende inhoudingen
Hieronder vindt u een algemeen overzicht van de toepassingsregels uit bijlage III. In de volgende hoofdstukken geven we een korte beschrijving van de inhoud van de toepassingsregels die gelden voor de verschillende categorieën van beroepsinkomsten.
Voor de duidelijkheid hebben we ervoor gekozen de volgorde waarin de regels aan bod komen in bijlage III te volgen.
[1] Artikel 275 § 1 WIB 92: ‘De bedrijfsvoorheffing wordt vastgesteld volgens de aanduidingen van de schalen opgesteld door de Koning’.