Wat is het register voor werktijdregeling?
Het register voor werktijdregeling is een sociaal document waarin de werkgever die gekozen heeft voor het dagforfait en bijgevolg een Dimona-aangifte in dagen doet, de gelegenheidswerknemers die hij tewerkstelt, moet vermelden.
Dit register wordt gewaarmerkt en aan de werkgever bezorgd door het fonds voor bestaanszekerheid waaronder de werkgever ressorteert[1].
Hoe ziet het register voor werktijdregeling eruit?
Samenstelling
Het register voor werktijdregeling is samengesteld uit ingebonden bladen. Het mag eventueel uit meerdere delen bestaan, indien plaatsgebrek er anders toe zou leiden dat niet alle vermeldingen ingeschreven kunnen worden.
Het register is ingedeeld in maandbladen en wordt per kalenderjaar opgesteld en dagelijks bijgehouden. Alle bladzijden zijn doorlopend genummerd.
Twee delen
Het register voor werktijdregeling bestaat uit 2 delen:
- Deel A dat de identificatieformulieren voor de gelegenheidswerknemers bevat
- Deel B, met werktijdregelingsformulieren
De identificatieformulieren in deel A zijn genummerd. Het nummer van de gelegenheidswerknemer in deel A moet vermeld worden op de formulieren in deel B. Een werknemer die niet voorkomt in deel A kan dus ook niet opgenomen worden in deel B. Op het moment van inschrijving van een werknemer in deel A van het register moeten de werkgever en de werknemer hun handtekening plaatsen.
Driedubbele bladen
Ieder blad van het register voor werktijdregeling bestaat uit een origineel en twee uitscheurbare dubbels (zowel in deel A als deel B). Het eerste dubbel van deel A en B moet door de werkgever onmiddellijk na inschrijving aan het fonds teruggestuurd worden per post of per fax. Het tweede dubbel is bedoeld voor het sociaal secretariaat waarbij de werkgever eventueel aangesloten is.
Welke vermeldingen moeten in het register voor werktijdregeling voorkomen?
Betreffende de werkgever moet enkel het ondernemingsnummer vermeld worden. Deze vermelding moet opgenomen worden vóór alle andere vermeldingen.
Voor iedere gelegenheidswerknemer moeten de volgende vermeldingen opgenomen worden:
- De naam en voornaam
- Het identificatienummer bij de sociale zekerheid
- De functie van de werknemer
- De tijdstippen van het begin en einde van de arbeidsdag
- Het tijdstip en de duur van de rusttijden in de loop van de dag
De eerste 3 vermeldingen moeten in het register opgenomen worden uiterlijk op het moment dat de tewerkstelling aanvangt. De laatste twee moeten op de bedoelde tijdstippen zelf ingeschreven worden.
Alle vermeldingen moeten leesbaar en met onuitwisbare inkt worden ingeschreven.
Waar moet het register van werktijdregeling bijgehouden worden?
De werkgever moet een register van werktijdregeling bijhouden op elke plaats waar gelegenheidswerknemers tewerkgesteld worden, ook al werken ze daar slechts voor één dag.
Het register voor werktijdregeling moet zich op een gemakkelijk toegankelijke plaats bevinden, zodat er bij controle gemakkelijk kennis genomen kan van worden.
Waar en hoelang moet het register van werktijdregeling bewaard worden?
De werkgever moet het register van werktijdregeling bewaren tijdens een periode die aanvangt op de datum van inschrijving van de laatste verplichte vermelding en die eindigt 5 jaar na het einde van de maand die volgt op het kwartaal waarin die inschrijving is verricht.
Het register moet bewaard worden:
- Hetzij op het adres waarop de werkgever bij de RSZ ingeschreven is
- Hetzij in zijn woonplaats of op de maatschappelijke zetel indien deze in België liggen. Indien er geen adres in België is, moet de werkgever een mandataris in België aanduiden om dit document voor hem te bewaren
Indien de werkgever de documenten op een andere plaats dan op het door de RSZ gekende adres bewaart, moet hij dit per aangetekende brief melden aan het attaché-directiehoofd van het Toezicht op de sociale wetten van het district waarin de documenten bewaard worden.
Wanneer moet de werkgever geen register voor werktijdregeling bijhouden?
In ondernemingen waar een ondernemingsraad of een vakbondsafvaardiging is opgericht, moet geen register voor werktijdregeling bijgehouden worden op de werkplaatsen waar de aanwezigheid van de werknemers geregistreerd wordt met daartoe geschikte apparaten en indien de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- De documenten die voor de registratie gebruikt worden moeten minstens de volgende gegevens voor iedere werknemer bevatten:
- De periode waarop het gebruikte document betrekking heeft
- De naam en de voornaam van de werknemer
- De functie die hij uitoefent
- Zijn identificatienummer bij de sociale zekerheid
- De tijdstippen van het begin en het einde van de arbeidsdag
- Bij aanwending van informaticaprocédés moet minstens eenmaal per week een blad worden afgedrukt dat de hierboven vermelde gegevens bevat. In geval van controle moet onmiddellijk een blad met de gegevens afgedrukt kunnen worden
- De documenten of afgedrukte bladen moeten door de werkgever bijgehouden en bewaard worden volgens dezelfde modaliteiten die gelden voor het register van werktijdregeling
- De ondernemingsraad of de vakbondsafvaardiging moet het recht hebben om kennis te nemen van deze documenten of afgedrukte bladen
Wat zijn de gevolgen voor het speciaal personeelsregister?
Op de plaatsen waar de werkgever het register voor werktijdregeling bijhoudt, moet hij geen speciaal personeelsregister meer bijhouden. De voorwaarde hiervoor is wel dat alle vermeldingen die normaal in het speciaal personeelsregister opgenomen zijn, in het register voor werktijdregeling ingeschreven worden.
Wat zijn de sancties?
Voor een overzicht van de toepasselijke sancties verwijzen we jou naar het trefwoord “Personeelsregisters, het aanwezigheidsregister en het register van werktijdregeling” onder het thema Sociale inspectie en sancties > Sociale inspectie en federaal sociaal strafrecht > Inbreuken.
[1] Sociaal en Waarborgfonds van de Horeca, Anspachlaan 111, bus 4 te 1000 Brussel (www.horecanet.be).