Duur van de bescherming
De beschermingsperiode begint op de 30e dag vóór de aanplakking van het bericht waarin de datum van de verkiezingen wordt vastgesteld (dag X-30). Vanaf dat moment moet je rekening houden met de occulte periode.
Voor gewone afgevaardigden en plaatsvervangers duurt de bescherming in principe vier jaar.
Niet-verkozen kandidaat-personeelsafgevaardigden zijn ook beschermd tegen ontslag:
- Zoals verkozen personeelsafgevaardigden als het om hun eerste kandidatuur gaat
- Gedurende een periode van twee jaar na de aanplakking van de resultaten, als ze al kandidaat zijn geweest en niet zijn verkozen bij de vorige verkiezingen
De bescherming eindigt op de datum waarop de bij de volgende verkiezingen de verkozen kandidaten worden aangesteld, met name op de eerste vergadering van de nieuwe verkozenen, tenzij de leden opnieuw als kandidaat zijn voorgedragen.
Voorbeeld: Verkiezingen 2024
De sociale verkiezingen van 2024 vinden plaats tussen 13 en 26 mei 2024, wat betekent dat de eerste vergadering van het nieuwe overlegorgaan uiterlijk plaatsvindt tussen 27 juni 2024 en 10 juli 2024 (= dag Y + 45). Als gevolg daarvan zullen de huidige personeelsafgevaardigden tot die datum beschermd blijven tegen ontslag.
In sommige gevallen eindigt de bescherming vóór de aanstelling de nieuwe verkozenen. Dit is het geval:
- Wanneer de personeelsafgevaardigde de pensioenleeftijd bereikt, tenzij het onderneming gebruikelijk is om de werknemerscategorie waartoe hij behoort in dienst te houden
- Wanneer de afgevaardigde is aangeworven voor een bepaalde tijd of een duidelijk omschreven werk De bescherming eindigt bij het verstrijken van de termijn of bij de voltooiing van het werk waarvoor de overeenkomst is gesloten.
De beschermingsperiode kan ook met zes maanden worden verlengd in de volgende situaties:
- De minimumdrempel van 50 werknemers wordt niet meer bereikt en er is geen reden meer om de OR en het CPBW te vernieuwen
- Er worden geen nieuwe verkiezingen gehouden bij gebrek aan kandidaten
Einde van het mandaat
De bescherming tegen ontslag van de personeel is niet langer van toepassing wanneer het mandaat van de afgevaardigde afloopt. Het mandaat kan eindigen om een van de volgende redenen:
- De werknemer wordt bij de aanstelling van de nieuwe OR of het nieuwe CPBW niet herverkozen als gewoon of plaatsvervangend lid
- De werknemer maakt niet langer deel uit van het personeel van de onderneming
- De werknemer neemt ontslag uit zijn mandaat
- De werknemer maakt niet langer deel uit van de representatieve werknemersorganisatie
- De werknemer wordt uit zijn mandaat ontheven wegens een ernstige tekortkoming, die werd uitgesproken door de bevoegde rechtbank op verzoek van de representatieve werknemers- of kaderledenorganisatie
- Wanneer de betrokkene niet langer deel uitmaakt van de werknemerscategorie waartoe hij behoorde bij de verkiezingen, tenzij de organisatie die zijn kandidatuur heeft voorgedragen het behoud van het mandaat vraagt door middel van een ter post aangetekende brief aan de werkgever
- De werknemer maakt deel uit van het leidinggevend personeel
- Bij overlijden