Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Welke procedure moet de werknemer volgen in geval van weigering door de werkgever?

De werknemer die voldoet aan de wettelijke voorwaarden, maar van zijn werkgever geen outplacementbegeleiding krijgt, kan deze begeleiding op kosten van de RVA krijgen.

Laatst bijgewerkt op 19 januari 2024

Mededeling aan het werkloosheidskantoor

De werknemer die voldoet aan de wettelijke voorwaarden, maar van zijn werkgever geen outplacementbegeleiding krijgt, kan deze begeleiding op kosten van de RVA krijgen. Hij moet de wens hiertoe aan het werkloosheidsbureau van zijn woonplaats meedelen binnen 6 maanden na de ingebrekestelling van zijn werkgever. Deze termijn van 6 maanden wordt geschorst indien de werknemer ondertussen ander werk gevonden heeft, maar het opnieuw verliest binnen de 3 maanden.

Opmerking: de rechtbanken hebben al verschillende keren geoordeeld dat als de werknemer niet aan de RVA laat weten dat hij outplacementbegeleiding wil, hij zelf aansprakelijk is voor het feit dat er geen outplacement gevolgd kon worden [1].

In het kader van de mededeling aan het werkloosheidsbureau moet de werknemer bewijzen dat hij voldoet aan alle opgelegde voorwaarden (ontslagen om een andere reden dan een dringende reden, minimum één jaar anciënniteit,...) door de volgende documenten voor te leggen:

  • Een kopie van zijn ontslagbrief
  • Het bewijs dat hij een ingebrekestelling tot zijn werkgever heeft gericht of het bewijs dat hij de afwijkende procedure voorzien door de sector gevolgd heeft
  • Een kopie van het formulier C4, zo hij daar op het moment van zijn aanvraag over beschikt

Voor de werknemers die enkel een outplacementbegeleiding krijgen wanneer zij er uitdrukkelijk om verzoeken, moet ook een bewijs van dit verzoek voorgelegd worden.

Onderzoek door het werkloosheidskantoor

Het werkloosheidsbureau gaat na of de werknemer wel degelijk aan de voorwaarden voldoet om de outplacementprocedure te genieten. Binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de aanvraag door de werknemer, vraagt het werkloosheidskantoor de werkgever om te rechtvaardigen waarom hij geen outplacement aangeboden heeft. Deze laatste heeft dan een termijn van 15 dagen om te antwoorden:

  • Antwoordt hij niet, dan wordt hij verondersteld zijn verplichting niet nagekomen te zijn
  • Geeft hij een verklaring, dan onderzoekt het werkloosheidsbureau zijn antwoord en deelt het zijn beslissing aan de werknemer en de werkgever mee

Indien de aanvraag van de werknemer aanvaard wordt, verwittigt het werkloosheidsbureau de werknemer en stuurt hem een lijst van erkende outplacementdiensten. Het werkloosheidsbureau betekent zijn beslissing eveneens aan de RSZ zodat zij kan overgaan tot de invordering van de vergoeding die de werkgever verschuldigd is.

[1] Arbeidshof Antwerpen, 1 en 6 juni 2011 en Arbeidsrechtbank Brussel, 11 maart 2016.

Alle artikelen over Specifiek stelsel voor werknemers van 45 jaar en ouder