Tijdens het moederschapsverlof
De moederschapsuitkering neemt af in de tijd en stemt overeen met:
- 82% van het onbegrensde brutomaandloon van de werkneemster, tijdens de eerste maand
- Nadien 75% van het begrensde brutomaandloon. Het gebruikte plafond is hetzelfde als het plafond dat bepaald werd voor de berekening van de uitkeringen in de ziekte- en invaliditeitsverzekering
Tijdens het profylactisch verlof
Indien de uitvoering van de arbeidsovereenkomst gevaar oplevert voor de zwangere vrouw en/of haar ongeboren kind of voor de pas bevallen vrouw en/of haar zogende kind en de arbeidsovereenkomst dus omwille van gezondheids- en veiligheidsredenen geschorst wordt, spreken we van profylactisch verlof.
Tijdens deze periode ontvangt de werkneemster uitkeringen van haar ziekenfonds.
Volledige werkverwijdering
Zwangere werkneemsters die met profylactisch verlof zijn, zullen vanaf de eerste dag van werkverwijdering tot de 6de of de 8ste week voorafgaand aan de vermoedelijke bevallingsdatum, recht hebben op een moederschapsuitkering gelijk aan 78,237% van het (begrensde) gemiddelde dagloon. Na de voormelde datum moet de werkneemster de wettelijk voorziene moederschapsrust nemen.
Indien de werkneemster na haar bevalling met profylactisch verlof is, geniet ze moederschapsuitkeringen ten belope van 60% van het begrensde gederfde loon, en dit tot en met de vijfde maand die volgt op de bevalling.
Er moet op gewezen worden dat het ziekenfonds de eerste dag werkverwijdering niet betaald. De ziekenfondsen geven aan dat de zwangere en borstvoeding gevende werkneemster tijdens een werkdag bij de arbeidsarts moeten langsgaan. Die dag is dan ten laste van de werkgever. [1]
Voorbeeld: zodra de werkgever ervan op de hoogte is dat een werkneemster zwanger is of borstvoeding geeft, moet hij de werkpost evalueren. En dat om na te gaan of er een risico is voor de werkneemster. Als dat het geval is wordt de werkneemster onderworpen aan een medisch onderzoek bij de arbeidsarts.
Dat medisch onderzoek heeft plaats tijdens de arbeidsuren van de werkneemster. Als de arbeidsarts een volledige of gedeeltelijke werkverwijdering voorstelt, dan is de eerste dag werkverwijdering ten laste van de werkgever
Gedeeltelijke werkverwijdering
Er is sprake van een gedeeltelijke werkverwijdering:
- Als de zwangere of pas bevallen werkneemster een aangepaste activiteit met loonverlies uitoefent
- Als de zwangere of pas bevallen werkneemster meerdere activiteiten in loondienst uitoefent en slechts één van die activiteiten om veiligheids- of gezondheidsredenen moet stopzetten
In deze gevallen zal de werkneemster recht hebben op een vergoeding waarvan het bedrag is vastgesteld op 60% van het gederfde loon, na aftrek van de beroepsinkomsten die de werkneemster blijft ontvangen uit de uitvoering van de aangepaste arbeid of de gedeeltelijke activiteit.
Formaliteiten
Om deze uitkeringen te bekomen, moet de werkneemster haar ziekenfonds een kopie bezorgen van:
- De gezondheidsbeoordeling van de arbeidsgeneesheer
- Een attest van werkverwijdering dat door het ziekenfonds uitgereikt wordt en dat zorgvuldig door de werkgever ingevuld dient te worden
- En een attest van de behandelende geneesheer waarop de verwachte datum van de bevalling staat en eventueel de vermelding “meerling” (tweeling, drieling,…)
Sociale en fiscale behandeling van de moederschapsuitkering
De moederschapsuitkeringen zijn niet onderworpen aan sociale uitkeringen, maar er wordt wel een forfaitair percentage van bedrijfsvoorheffing van 11,11% op ingehouden.
[1] In overeenstemming met artikel 27 van de arbeidsovereenkomstenwet: de werknemer die geschikt is om te werken op het moment dat hij zich naar het werk begeeft heeft recht op loon indien hij zijn werkdag niet heeft kunnen beëindigen.