Wachttijd?
De werknemers in tijdelijke werkloosheid moeten in principe geen wachttijd doorlopen [1]. Ze kunnen de werkloosheidsuitkeringen dus onmiddellijk ontvangen zonder dat zij een aantal werkdagen in een referteperiode moeten bewijzen.
Opgelet! Sinds 1 oktober 2016 moeten de werknemers die tijdelijk werkloos gesteld worden omwille van economische reden wel een wachttijd doorlopen, tenzij ze van een vrijstelling kunnen genieten. Meer uitleg hierover vindt u in onze fiche over de economische werkloosheid (arbeiders of bedienden).
Bedrag van de werkloosheidsuitkering
In geval van tijdelijke werkloosheid hebben de werknemers recht op een bedrag gelijk aan 60% (vergeleken met 65% in 2023) van hun begrensd gemiddeld dagloon. Deze vermindering is niet van toepassing op werkloosheidsuitkeringen bij overmacht.
Op deze werkloosheidsuitkering wordt een bedrijfsvoorheffing van 26,75% afgehouden.
Voor de deeltijdse werknemers die een inkomensgarantie-uitkering genieten, wordt het voornoemde percentage toegepast op het dagbedrag dat dient om de inkomensgarantie-uitkering te berekenen. De uren tijdelijke werkloosheid moeten eveneens aangegeven worden via de elektronische aangifte-scenario 6 [2] als uren tijdelijke werkloosheid.
In bepaalde gevallen moet er een supplement bovenop de werkloosheidsuitkeringen betaald worden (wettelijke en/of sectorale verplichting). Deze aanvullende vergoedingen worden rechtstreeks betaald ofwel door de werkgever, ofwel door het Fonds voor bestaanszekerheid. Voor meer informatie over deze aanvullingen of supplementen verwijzen we u naar de volgende vraag.
Herziening van het bedrag
Er moet een nieuwe uitkeringsaanvraag door de werkgever gebeuren in geval van:
- Wijziging van de wekelijkse arbeidsduur (bijvoorbeeld ingevolge van vermindering van de arbeidsduur in het kader van tijdskrediet)
- Tewerkstelling bij een andere werkgever
Deze aanvraag moet sinds 1 januari 2017 gebeuren door een elektronische aangifte (ASR 2) via de portaalsite van de sociale zekerheid. Het papieren formulier C3.2-werkgever kan sinds die datum niet meer gebruikt worden. De werkgever moet de werknemer een print van deze elektronische aangifte overhandigen.
[1] Artikel 42bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991.
[2] Deze aangifte gebeurt via de portaalsite van de sociale zekerheid.