Op verzoek van de werknemer
Er kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor de werknemer vervroegd een einde wil maken aan zijn flexibele werkregeling. De Work-Life-richtlijn waarborgt dat dit mogelijk is.
Een werknemer die om vroegtijdige opschorting of beëindiging van de flexibele werkregeling wil vragen, moet schriftelijk en gemotiveerd bij je aanvragen om zijn vroegere werkpatroon te hervatten.
Je moet de werknemer binnen een redelijke termijn en uiterlijk binnen de 14 dagen na de aanvraag een schriftelijk gemotiveerd antwoord geven, rekening houdend met zowel je eigen behoeften als, zo veel mogelijk, die van de werknemer.
Vervolgens ga je zo snel mogelijk een dialoog aan over de concrete terugkeermogelijkheden, rekening houdend met jullie wederzijdse behoeften.
Op jouw verzoek
Kan je vervroegd een einde maken aan de flexibele werkregeling? Ja, maar enkel indien zich “nieuwe onvoorziene uitzonderlijke noodzakelijkheden voordoen” die buiten je wil om plaatsvinden en de arbeidsorganisatie in gevaar brengen.
Je kan dan aan de werknemer schriftelijk vragen om de flexibele werkregeling van de werknemer vervroegd op te schorten of te beëindigen, om terug te keren naar het oorspronkelijke werkpatroon. Je werknemer moet je binnen een redelijke termijn en uiterlijk binnen de 14 dagen na je aanvraag tot vervroegde opschorting of beëindiging een schriftelijk antwoord geven.
Vervolgens ga je zo snel mogelijk een dialoog aan over de concrete terugkeermogelijkheden, rekening houdend met jullie wederzijdse behoeften.
De weigering van de werknemer om de flexibele werkregeling vervroegd op te schorten of te beëindigen mag voor hem geen negatieve gevolgen hebben.