Principe: keuze tussen interne dienst en externe dienst
De werkgever heeft in principe de keuze om deze taak toe te vertrouwen aan de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk van zijn onderneming of aan een externe dienst voor preventie en bescherming. Een werkgever die een interne preventieadviseur psychosociale aspecten heeft aangeduid, kan aanvullend een beroep doen op een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Aanwijzingsprocedure
Indien hij opteert voor een preventieadviseur psychosociale aspecten binnen zijn interne dienst, moeten alle personeelsvertegenwoordigers binnen het CPBW hun akkoord verlenen met de aanwijzing van die preventieadviseur.
Als er geen CPBW is, worden die opdrachten vervuld door de vakbondsafvaardiging of, bij ontstentenis, door de werknemers zelf.
Wat als er geen akkoord is binnen het CPBW?
Als geen akkoord kan worden bereikt binnen het CPBW, moet het advies van het Toezicht op het welzijn op het werk worden gevraagd. De ambtenaar hoort de betrokken partijen en probeert de verschillende standpunten met elkaar te verzoenen. Indien geen verzoening wordt bereikt, verstrekt deze ambtenaar een advies waarvan per aangetekend schrijven kennis wordt gegeven aan de werkgever. De werkgever stelt de personeelsvertegenwoordigers binnen het comité in kennis van het advies van deze ambtenaar binnen een termijn van 30 dagen vanaf de kennisgeving en doet een beroep op een preventieadviseur van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Uitzondering: verplicht beroep op een externe dienst
Geen akkoord van het CPBW
Indien het comité voor preventie en bescherming op het werk niet akkoord gaat met de aanwijzing van de preventieadviseur psychosociale aspecten is de werkgever verplicht om een beroep te doen op een preventieadviseur van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Minder dan 50 werknemers
Indien de werkgever minder dan 50 werknemers tewerkstelt, moet hij altijd een beroep doen op een preventieadviseur psychosociale aspecten van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Verbod tot cumulatie van functies
De personen die deel uitmaken van het leidinggevend personeel mogen de functie van preventieadviseur psychosociale aspecten niet uitoefenen. Onder leidinggevend personeel wordt verstaan: de personen belast met het dagelijks bestuur van de onderneming of instelling die gemachtigd zijn om de werkgever te vertegenwoordigen en te verbinden, alsmede de personeelsleden, onmiddellijk ondergeschikt aan die personen, wanneer zij eveneens opdrachten van dagelijks bestuur vervullen.
De preventieadviseur gespecialiseerd in psychosociaal welzijn mag bovendien nooit tegelijk de functie van arbeidsgeneesheer uitoefenen.
Opmerking: preventieadviseurs die vóór 1 september 2014 aangewezen werden en die deel uitmaken van het leidinggevend personeel (nieuwe onverenigbaarheid vanaf 1 september 2014), mogen hun opdracht blijven uitoefenen.
Voorwaarden om te worden aangewezen als preventieadviseur psychosociale aspecten
Preventieadviseur aangewezen vanaf 16 juni 2007
Om als gespecialiseerde preventieadviseur te worden aangewezen, moet de betrokkene aan de volgende voorwaarden voldoen:
- In het bezit zijn van een einddiploma van een universiteit of van een einddiploma van hoger onderwijs op universitair niveau waarvan het curriculum een belangrijk aandeel psychologie en sociologie omvat en met daarenboven reeds een eerste specialisatie in de domeinen van arbeid en organisatie;
- Het bewijs leveren met goed gevolg een multidisciplinaire basisvorming en een module specialisatie psychosociale aspecten van het werk waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk te hebben beëindigd, bedoeld bij het koninklijk besluit van 5 december 2003 betreffende de deskundigheden van de preventieadviseurs van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk;
- En bovendien 5 jaar ervaring bewijzen op het vlak van de psychosociale aspecten van de arbeid.
De personen die met goed gevolg de specialisatiemodules hebben beëindigd kunnen hun activiteiten uitoefenen onder de verantwoordelijkheid van een preventieadviseur van de desbetreffende discipline om de vereiste beroepservaring te verwerven.
Preventieadviseur aangewezen vóór 16 juni 2007
Personen die vóór 16 juni 2007 in de interne dienst werden aangewezen als preventieadviseur mogen deze taak blijven uitoefenen, zelfs als ze niet aan de bovenstaande opgelegde voorwaarden voldoen.
Het gaat in de eerste plaats om de interne preventieadviseurs van niveau I of II die al instaan voor taken en opdrachten met betrekking tot de psychosociale aspecten van het werk en die al ten minste 3 jaar ervaring hebben op het gebied van psychosociale aspecten op het werk.
In de tweede plaats gaat het om personen die sinds ten minste 3 jaar werkelijk en zonder enige onderbreking de functie van vertrouwenspersoon uitoefenen in het kader van de reglementering betreffende ongewenst seksueel gedrag op het werk, op voorwaarde dat ze zich ertoe verbinden om een passende opleiding te volgen. Zodra het CPBW zijn akkoord geeft over de aanwijzing van die persoon als gespecialiseerde preventieadviseur bezorgt de werkgever het bewijs van zijn bekwaamheden aan het Toezicht op het welzijn op het werk. Het feit dat deze personen niet in het bezit zijn van een academische titel, vormt geen belemmering voor hun aanwijzing.
Ontslagbescherming
Om de preventieadviseurs in staat te stellen hun opdracht in alle onafhankelijkheid uit te oefenen, heeft de wetgever een specifieke bescherming tegen ontslag uitgewerkt. De werkgever mag alleen een einde maken aan de arbeidsovereenkomst van de preventieadviseur (of hem uit zijn functie verwijderen) indien hij aantoont dat hij onbekwaam is om zijn opdrachten uit te oefenen en indien hij een welbepaalde procedure naleeft.
Aangezien er een bijzondere ontslagprocedure bestaat voor de preventieadviseur is de cao nr. 109 betreffende de motivering van het ontslag en het kennelijk onredelijk ontslag niet van toepassing op die werknemers. Voor meer informatie hierover kunt u terecht bij uw legal advisor.