Een flexi-jobwerknemer bouwt op basis van zijn tewerkstelling als flexi-jobwerknemer vakantierechten op.
De flexi-jobwerknemer heeft dus recht op vakantiedagen en op vakantiegeld ten laste van zijn werkgever. Dit laatste bedraagt 7,67% van het flexiloon, en moet worden uitbetaald samen met het flexiloon.
Op te merken valt dat hierbij geen onderscheid gemaakt wordt naargelang de flexi-jobwerknemer een arbeider of een bediende is. Voor de wetgeving op de jaarlijkse vakantie worden alle flexi-jobwerknemers als hoofdarbeiders (bedienden) beschouwd en staat de werkgever dus zelf in voor de betaling van het vakantiegeld.
Aangezien de flexi-jobwerknemer zijn vakantiegeld samen met zijn loon uitbetaald krijgt, zal hij op het moment dat hij vakantiedagen opneemt, geen loon meer moeten krijgen. Ook het dubbel vakantiegeld is reeds inbegrepen in het flexivakantiegeld dat hij met zijn loon uitbetaald krijgt en moet dus niet meer apart betaald worden. Wanneer de werknemer uit dienst gaat, zal hij bijgevolg ook geen vertrekvakantiegeld moeten ontvangen.