Principe
Voor zover het maandloon de minimumbedragen bereikt, moet er op het loon van de persoonlijke assistenten bedrijfsvoorheffing ingehouden worden, ongeacht of ze aan de sociale zekerheid onderworpen zijn of niet. De gewone regels zijn op hen van toepassing. De werkgever moet hen ook elk jaar een fiscale fiche 281.10 overhandigen.
Persoon ten laste
De vraag of een familielid dat ten laste is van de budgethouder, te zijnen laste kan blijven als hij persoonlijke assistent van deze budgethouder wordt, werd door de fiscus positief beantwoord.
De fiscus stelt immers dat artikel 145 WIB92 niet van toepassing is, aangezien het door de budgethouder ontvangen PAB of PVB voor hemzelf geen in de inkomstenbelastingen belastbare inkomsten uitmaakt. Hierdoor zijn de door de budgethouder aan een persoonlijke assistent betaalde inkomsten voor hem dus in principe niet aan te merken als aftrekbare beroepskosten.
Artikel 145, WIB 92 is derhalve wel van toepassing zodra de budgethouder enigerlei bedrag als bezoldigingen, werkelijk of fictief, verleend of toegekend aan personen (bv. een kind) – andere dan zijn echtgenoot – die deel uitmaken van zijn gezin, als beroepskosten aftrekt.