Principe
De overeenkomst die de budgethouder met de persoonlijk assistent (PAB-er) sluit, kan de vorm aannemen van:
- Een arbeidsovereenkomst tussen de budgethouder en de persoonlijke assistent[1]
- Een overeenkomst inzake de persoonlijke assistentie die afgesloten wordt met een familielid dat tot de tweede graad verwant is of met een persoon die deel uitmaakt van het gezin van de budgethouder. Dit is de zogenaamde takenovereenkomst;
- Een overeenkomst, waarbij wordt voorzien in zijn persoonlijke assistentie, die de budgethouder sluit met een uitzendkantoor, een zelfstandig dienstverlener of met een voorziening of instelling, die een verklaring op erewoord aan het VAPH voorlegt, waarin staat dat de activiteiten, die in het kader van deze overeenkomst worden verricht, niet reeds door de Vlaamse Gemeenschap worden gesubsidieerd
- Een overeenkomst over de persoonlijke assistentie met een organisatie die vrijwilligers ter beschikking stelt
In deze fiche zullen we het enkel hebben over de eerste twee overeenkomsten.
De arbeidsovereenkomst
Opdat er sprake kan zijn van een arbeidsovereenkomst, moeten er drie bestanddelen aanwezig zijn:
- De arbeidsprestaties
- De betaling van loon
- Een juridische band van ondergeschiktheid
Wanneer één van deze bestanddelen niet aanwezig is, gaat het niet om een arbeidsovereenkomst.
Gezagsrelatie?
In het kader van een PAB- of PVB-tewerkstelling zal er vaak discussie zijn over de band van ondergeschiktheid, omdat het in de praktijk geregeld voorkomt dat een familielid van de persoon met een handicap de taak van persoonlijk assistent op zich neemt. In dergelijk geval wordt door de inspectiediensten vaak niet aanvaard dat er sprake is van een gezagsrelatie tussen budgethouder en assistent, waardoor een essentieel bestanddeel om van een arbeidsovereenkomst te kunnen spreken, ontbreekt. Als dat het geval is, zal een takenovereenkomst gesloten dienen te worden (zie verder).
Wanneer er sprake is van een arbeidsovereenkomst, wordt de budgethouder als werkgever beschouwd en moet hij in die hoedanigheid voldoen aan alle verplichtingen op het vlak van het arbeidsrecht, het socialezekerheidsrecht en het fiscaal recht.
Dienstbode of ander huispersoneel?
Naargelang van de prestaties die de persoonlijke assistent PA uitoefent, zal deze als dienstbode of als ander huispersoneel beschouwd worden.
De persoonlijke assistent zal als dienstbode beschouwd worden indien hij hoofdzakelijk manuele prestaties van huishoudelijke aard (kuisen, strijken, boodschappen doen) voor de budgethouder uitoefent. Voor alle informatie over de tewerkstelling van een dienstbode kan je onze fiche over de dienstboden raadplegen.
Oefent de assistent hoofdzakelijk manuele prestaties van niet-huishoudelijke aard (tuinieren, klussen, privéchauffeur) of intellectuele prestaties uit (gezelschap houden, privéverpleging,…), dan zal de persoonlijke assistent als ander huispersoneel beschouwd worden. Voor alle informatie over de tewerkstelling van ander huispersoneel kan je onze fiche over het ander huispersoneel raadplegen.
Opgelet! Een kwalificatie als ‘ander huispersoneel’ vinden we niet terug in de Arbeidsovereenkomstenwet. Deze werknemers hebben een gewoon arbeiders- of bediendecontract.
In de praktijk zal de persoonlijk assistent meestal als ander huispersoneel gekwalificeerd worden, omdat hij de persoon met een handicap bijstaat met allerhande taken, hem overal naar toe brengt, verzorgt,... en dus niet louter huishoudelijke taken vervult.
De takenovereenkomst
Om aan de problematiek van de gezagsrelatie tegemoet te komen, werd de takenovereenkomst in het leven geroepen. Dit is de overeenkomst inzake persoonlijke assistentie die gesloten wordt tussen de budgethouder en een familielid dat tot de tweede graad verwant is of met een persoon die deel uitmaakt van het gezin van de budgethouder.
In dit kader is er dus geen gezagsrelatie tussen budgethouder en persoonlijke assistent.
Opgelet! Indien uit feiten zou blijken dat er toch een gezagsrelatie aanwezig is, is er wel sprake van een arbeidsovereenkomst, met alle gevolgen van dien[2].
Met welke personen?
Met familieleden tot de tweede graad worden bedoeld: de echtgenoot, de ouders, de kinderen, de grootouders, de kleinkinderen, de broers en de zussen. Ook de schoonfamilie in dezelfde graad valt hier in principe onder.
Met personen die deel uitmaken van hetzelfde gezin wordt de personen bedoeld die op hetzelfde adres als de budgethouder gedomicilieerd zijn.
Opmerking: De hierboven bedoelde personen moeten meerderjarig zijn. Indien ze minderjarig zijn, mag met hen geen takenovereenkomst gesloten worden (zie hiervoor de volgende vraag).
Arbeidsovereenkomst én takenovereenkomst
Een budgethouder heeft steeds de mogelijkheid, uiteraard binnen de grenzen van zijn budget, om meerdere assistenten in dienst te nemen. Het is dus mogelijk dat hij met een bepaalde assistent een arbeidsovereenkomst zal moeten sluiten en met een andere assistent een takenovereenkomst.
[1] Indien de PAB-er minderjarig is, moet een arbeidsovereenkomst voor tewerkstelling van studenten gesloten worden.
[2] De RSZ gaat er normaalgezien vanuit dat er tussen familieleden geen gezag mogelijk is, terwijl de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg een genuanceerder standpunt inneemt. Zij stellen immers dat het een feitenkwestie is, die geval per geval bekeken moet worden. Bij betwisting zal elk der partijen het al dan niet bestaan van een gezagsrelatie moeten aantonen.