Principe
De volgende werknemers komen dus niet in aanmerking voor de vermindering, aangezien ze helemaal niet aan de sociale zekerheid onderworpen zijn:
- Werknemers met een arbeidsovereenkomst afgesloten voor activiteiten vermeld in artikel 17 van het RSZ-besluit. En dit voor zover de werknemer maximaal 450 uur (in de sportsector) of 300 uur (de andere vermelde activiteiten) op jaarbasis met dat statuut werkt
- De arbeiders tewerkgesteld bij het aanleggen van hopplanten, het plukken van hop en tabak en het kuisen en sorteren van teenwilgen
- De studenten die werken in uitvoering van een overeenkomst voor de tewerkstelling van studenten en voor wie enkel solidariteitsbijdragen verschuldigd zijn
- Het huispersoneel waarvan de prestaties van intellectuele aard geen 8 uur per week overschrijden bij één of meer werkgevers
- De vrijwilligers
De werknemers die niet in aanmerking genomen worden voor de berekening van het aantal werknemers (jongeren tot 31 december van het jaar waarin ze 18 worden, dienstboden, ...) komen evenmin in aanmerking voor de vermindering.
Statuut van de werknemer
Het statuut van de werknemer (arbeider, bediende, handelsvertegenwoordiger, ...), de aard en duur van de arbeidsovereenkomst (onbepaalde duur, bepaalde duur, vervangingsovereenkomst, ...) en het werkrooster (voltijds of deeltijds) zijn in principe niet belangrijk.
Indien de werknemer echter tijdens het kwartaal minder dan 27,5% van volledige kwartaalprestaties van een voltijder werkt, zal er geen vermindering toegekend worden. Deze minimumgrens geldt echter niet voor bepaalde werknemers. Deze werknemers zullen met andere woorden toch de vermindering kunnen genieten, ook al hebben ze in het betrokken kwartaal minder dan 27,5% van volledige kwartaalprestaties van een voltijder gepresteerd.