Geen automatische verbreking
De arbeidsovereenkomst blijft dus gewoon lopen zolang ze niet in gemeenschappelijk akkoord, door opzeg van de werknemer of door verbreking of opzeg door de werkgever beëindigd wordt.
Wanneer een van de partijen eenzijdig beslist het contract te verbreken, zijn in principe de normale opzegtermijnen voor arbeiders en bedienden van toepassing.
Maximumgrens
Als de arbeidsovereenkomst ten vroegste eindigt op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd bereikt (momenteel 65 jaar), dan moeten de gewone opzegtermijnen worden toegepast, maar met een maximum van 26 weken. Deze begrenzing op 26 weken is de enige vorm van verkorting van de opzegtermijn die voor pensioneringen blijft bestaan in de reglementering van het eenheidsstatuut.
Overzichtstabel
Voor elk ontslag waarvan wordt kennis gegeven in het kader van een pensionering, gelden dus de volgende regels:
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd | Opzegtermijn [1] na te leven door | |
De werkgever | De werknemer | |
Einde van de overeenkomst op de wettelijke pensioenleeftijd (momenteel 65 jaar) | Zie gewone opzegtermijnen met een maximum van 26 weken | Zie gewone opzegtermijnen |
Beëindiging van de overeenkomst vóór de wettelijke pensioenleeftijd | Zie gewone opzegtermijnen | Zie gewone opzegtermijnen |
Aandachtspunten
Hou evenwel steeds rekening met de volgende opmerkingen:
- De begrenzing op 26 weken geldt enkel indien het contract ten vroegste eindigt op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de werknemer 65 jaar wordt (ongeacht of er gewerkt wordt met een opzegtermijn of een verbrekingsvergoeding). Indien het contract te vroeg beëindigd wordt, zal de partij die de overeenkomst verbroken heeft, een vergoeding moeten betalen volgens de normale regels
- De begrenzing is van toepassing op elke verbreking vanaf 65 jaar of na deze leeftijd. Ze wordt dus ook gebruikt in het kader van de toegelaten activiteiten van de gepensioneerde werknemers
- De wet stelt uitdrukkelijk dat ook werknemers die ontslagen worden met het oog op hun pensionering tijdens de opzegtermijn recht hebben op sollicitatieverlof
[1] Nieuw artikel 37/6 van de wet van 3 juli 1978. Deze termijnen zijn van toepassing voor elke beëindiging van een overeenkomst, zowel naar aanleiding van de pensionering als om een einde te maken aan een overeenkomst die werd gesloten in het kader van de toegelaten activiteiten van gepensioneerden.