Artikel 275/3 van het WIB 92 heeft een laatste situatie van vrijstelling van doorstorting toegevoegd die op 1 januari 2006 van kracht geworden is. Het gaat om de ondernemingen die "hooggekwalificeerde" onderzoekers tewerkstellen voor onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of -programma's.
Deze restcategorie [1] van vrijstelling onderscheidt zich van de andere hypothesen die wij hebben bestudeerd omdat zij vereist dat de onderzoekers een specifiek wetenschappelijk diploma bezitten. We gaan hierna dieper in op deze twee voorwaarden.
Ondernemingen die onderzoekers bezoldigen die tewerkgesteld zijn in onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of -programma's
Ondernemingen die onderzoekers bezoldigen
Het begrip "onderneming" moet in boekhoudkundige zin geïnterpreteerd worden.
Bijgevolg kan het gaan om:
- Ofwel een onderneming natuurlijke persoon
- Ofwel een rechtspersoon (in ruime zin, in tegenstelling tot natuurlijke persoon) dat wil zeggen een handelsvennootschap of vennootschap met handelsvorm, een overheidsorganisme dat statutaire activiteiten van commerciële, industriële of financiële aard uitoefent of enig ander organisme al dan niet met rechtspersoonlijkheid dat met of zonder winstoogmerk een activiteit van industriële, commerciële of financiële aard uitoefent
Welke vorm de betrokken vennootschap ook zal aannemen, steeds moet zij bezoldigingen ten aanzien van de tewerkgestelde onderzoekers verschuldigd zijn. Het kan gaan over consulting- of interimvennootschappen die onderzoekers tewerkstellen in projecten of programma’s bij hun klant [2].
Onderzoekers die meewerken aan (projecten en programma's van) onderzoek en ontwikkeling
De tewerkstelling van de werknemer moet kwalificerend zijn. Dat betekent dat de onderzoeker moet worden ingezet voor één of meer projecten of programma's zowel van onderzoek als van ontwikkeling (Bv. de ontwikkeling van softwareprogramma’s [3]). Voor een definitie van deze begrippen verwijzen we jou naar de vraag: “Wat verstaat men onder ‘onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of -programma’s?’
Hoewel ze actief zijn in de domeinen van onderzoek en ontwikkeling, moeten de onderzoekers met het oog op de vrijstelling bovendien houder zijn van een diploma van doctor (PhD) in de wetenschappen of burgerlijk ingenieur of een master- of bachelordiploma in een specifiek studiegebied behaald hebben.
Doctor (PhD) of burgerlijk ingenieur
Het doctoraat [4] wordt in zijn gebruikelijke betekenis geïnterpreteerd [5], dat wil zeggen een derde universitaire cyclus die toegang geeft tot de academische graad van doctor, verkregen na het verdedigen van een proefschrift.
Het gaat hier om doctoraten in de toegepaste wetenschappen, in de exacte wetenschappen [6], in de geneeskunde, in de diergeneeskunde of in de farmaceutische wetenschappen. Deze lijst werd uitgebreid met het diploma van burgerlijk ingenieur en, gezien de gelijkschakeling, van bio-ingenieur (vroeger landbouwkundig ingenieur).
Master of gelijkwaardig diploma verkregen in een wetenschappelijk studiegebied
Sinds 1 januari 2007 zijn ook de doctors, de onderzoekers houder van een master of gelijkwaardig diploma [7] in de studiegebieden of combinaties van de volgende studiegebieden toegelaten tot deze regeling [8]:
- In de Vlaamse Gemeenschap [9]: wetenschappen, toegepaste wetenschappen, toegepaste biologische wetenschappen, geneeskunde, dierengeneeskunde, farmaceutische wetenschappen, biomedische wetenschappen, industriële wetenschappen, technologie en nautische wetenschappen, biotechniek, architectuur, productontwikkeling
- In de Franse Gemeenschap [10]: wetenschappen, ingenieur, landbouwkunde en biologisch ingenieur, geneeskunde, dierengeneeskunde, biomedische en farmaceutische wetenschappen, architectuur en urbanisme, industriële wetenschappen, industriële landbouwwetenschappen
Ter info: diploma's in de economie en psychologie komen niet in aanmerking voor deze maatregel.
Bachelor of gelijkwaardig diploma verkregen in een wetenschappelijk studiegebied
Sinds 1 januari 2018 komen ook bachelors in aanmerking voor de regeling. Deze uitbreiding heeft zowel betrekking op academische bachelors als op professionele bachelors.
Net zoals voor master- en doctorsdiploma’s zullen echter niet alle bachelors in aanmerking komen, maar enkel diegene die behaald werden in een specifiek door de wet bepaald studiedomein.
De academische bachelordiploma’s (of gelijkwaardig) dienen behaald te zijn in één van de studiegebieden zoals bepaald voor masterdiploma’s (zie bovenstaand).
Professionele bachelordiploma’s (of gelijkwaardig) dienen dan weer behaald te worden in één van onderstaande studiegebieden zoals bij uitbreiding door de wet opgesomd:
- In de Vlaamse Gemeenschap: biotechniek, gezondheidszorg, industriële wetenschappen en technologie, nautische wetenschappen, handelswetenschappen en bedrijfskunde (gericht op informatica en innovatie)
- In de Franse Gemeenschap: paramedisch, techniek (beperkt tot opleidingen die in hoofdzaak gericht zijn op biotechniek, industriële wetenschappen, technologie, nautische wetenschappen, productontwikkeling en informatica
Ter info: diploma's in de economie en psychologie komen niet in aanmerking voor deze maatregel.
Buitenlandse diploma's?
Onderzoekers die houder zijn van een buitenlands diploma kunnen mogelijks in aanmerking komen voor de toepassing van de vrijstelling. De decreten van de Vlaamse en Franse Gemeenschappen voorzien immers uitdrukkelijk in de gelijkschakeling van bepaalde buitenlandse titels.
BESLPO kan adviseren over de al dan niet gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma’s. In bepaalde gevallen zal echter een gelijkschakeling van de diploma’s moeten gevraagd worden bij NARIC.
Er is geen lijst met landen waarbij men a priori naar NARIC moet stappen om de gelijkwaardigheid te laten onderzoeken.
Binnen Europa is men bij de Bologna-akkoorden overeengekomen om dezelfde graden te gaan gebruiken voor gelijkwaardige diploma's en werd het systeem van de studiepunten ingevoerd. Soms is er twijfel met de gelijkwaardigheid van diploma's behaald vóór deze periode. Elk land heeft die akkoorden eveneens in verschillende snelheden ingevoerd. Ook bij de specialiteit is het niet altijd duidelijk met welk Belgisch diploma het buitenlands diploma het best overeenstemt. Vandaar dat BELSPO af en toe naar NARIC zal doorverwijzen om het diploma te laten onderzoeken.
Af en toe moet ook nagegaan worden of de instelling wel degelijk door de eigen overheid erkend werd om bepaalde diploma's af te leveren.
Hoeveel bedraagt de vrijstelling?
Sinds 1 juli 2013 is 80% van de ingehouden bedrijfsvoorheffing vrijgesteld van doorstorting aan de fiscus.
Afwijkende regels voor bachelors
Voor bachelors bedraagt de vrijstelling eveneens 80% van de bedrijfsvoorheffing (zoals ingehouden op de lonen van de bachelors), maar is ze beperkt tot:
- 25% van het totale bedrag van de vrijstelling zoals toegepast voor de werknemers met een specifiek master- en/of doctordiploma
- Deze beperking wordt verhoogd tot 50% van dit bedrag voor KMO’s (dit zijn vennootschappen die voldoen aan de voorwaarden van art. 1:24 §§ 1-6 W. Venn. en Verenigingen voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbaar tijdperk waarin de bezoldigingen betaald zijn)
Bachelors - De beperking tot 25% en desgevallend 50% geïllustreerd
Onderneming X (geen KMO) heeft een onderzoeksproject lopen waaraan 2 masters in de biomedische wetenschappen deelnemen, alsook 2 professionele bachelors in de biotechniek.
Tot 31 december 2017 kon enkel een fiscale vrijstelling van 80% worden toegepast op de ingehouden bedrijfsvoorheffing van de 2 masters. Vanaf 1 januari 2018 komen eveneens de bezoldigingen van de 2 werknemers met het bachelordiploma in aanmerking en dit voor 80% van de ingehouden bedrijfsvoorheffing op hun loon, beperkt tot 25% van de vrijgestelde bedrijfsvoorheffing van de masters.
In januari 2018 bedraagt de ingehouden bedrijfsvoorheffing op de lonen van de masters 2.200 euro. Bijgevolg kan 1.760 euro hiervan (ofwel 80%) worden vrijgesteld.
De ingehouden bedrijfsvoorheffing op de lonen van de 2 bachelors bedraagt daarentegen 1.350 euro. In principe is de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor hen dan gelijk aan 80% ofwel 1.080 euro. Dit bedrag overschrijdt echter de 25% van de totale vrijstelling zoals toegepast voor de masters en dient bijgevolg beperkt te worden tot 440 euro.
Om welke bezoldigingen gaat het?
Enkel de bezoldigingen toegekend aan onderzoekers die meewerken aan onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden zullen in aanmerking worden genomen.
De fiscus voegt er bovendien aan toe dat de voornoemde bezoldigingen slechts in acht zullen worden genomen in verhouding tot [11] de tijd die effectief zal zijn besteed aan de onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden.
Bijzondere bewijsformaliteit
Net zoals voor de young innovative companies en rekening houdend met de beperking van de vrijstelling tot de bezoldigingen die verband houden met O & O enerzijds en met de mogelijkheid van een gemengde activiteit (onderzoeks- en ontwikkelingstaken en andere taken) anderzijds, is het voorzichtig om de spreiding van de arbeidstijd en de taken in de aanwervingsovereenkomst of in bijlage ervan te formaliseren.
[1] Ze omvat alle "privé- en publieke" ondernemingen in het algemeen en niet alleen die welke bijzondere kenmerken vertonen of een ad hoc erkenning bezitten, enz.
[2] Voorafgaande beslissing nr 2010.146 van 1 juni 2010
[3] VA Kamer Zitting 2009-2010 Vraag nr.244 van 5 januari 2010. QRVA nr 52-92 9.73.
[4] Dit acroniem betekent oorspronkelijk Philosophiae Doctor (PhD) waarvan de betekenis geleidelijk is uitgebreid en in de Angelsaksische wereld de betekenis heeft gekregen van doctoraat, zoals wij dit in Europa kennen.
[5] De begrippen zijn gelijkaardig in de Franse en Vlaamse gemeenschap. Voor de Franse Gemeenschap, zie het decreet van 31 maart 2004, Belgisch Staatsblad van 18 juni 2004 en voor de Vlaamse Gemeenschap, het decreet van 4 april 2003, Belgisch Staatsblad van 14 augustus 2003.
[6] Het gaat om de wetenschappen: wiskunde, fysica, biologie, chemie en actuariële wetenschappen, …
[7] Dat betekent dat de titels of diploma's weliswaar niet de benaming van master dragen maar toch hetzelfde type van opleiding bekrachtigen.
[8] De Duitstalige Gemeenschap reikt momenteel geen master of gelijkwaardig diploma uit.
[9] Voornoemd decreet van 4 april 2003.
[10] Voornoemd decreet van 31 maart 2004.
[11] Art. 275/3; § 1, lid 9, streepje 4 van WIB 92.