Zonder dat (één van) de partijen de wil moet(en) uitdrukken deze te beëindigen of een opzegvergoeding moet(en) betalen.
De partij die de overeenkomst zonder dringende reden verbreekt vóór het verstrijken van de termijn, dient in principe een vergoeding te betalen die overeenstemt met het loon dat verschuldigd is tot aan het verstrijken van de termijn die in de arbeidsovereenkomst overeengekomen werd. Deze vergoeding mag evenwel niet meer bedragen dan het dubbele van de vergoeding die verschuldigd zou zijn indien de overeenkomst voor onbepaalde duur gesloten was.
Sinds 1 januari 2014 kan een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd echter ook verbroken worden met een opzegtermijn (of de overeenstemmende opzegvergoeding) indien bepaalde voorwaarden zijn vervuld. Voor meer informatie over de voorwaarden waaronder deze overeenkomsten opgezegd kunnen worden, verwijzen wij u naar onze fiche “Arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd”.