Supplement verplicht
De werkgever moet voor elke dag waarop niet wordt gewerkt een supplement betalen op de werkloosheidsuitkeringen die aan de bediende verschuldigd zijn wegens schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Dit supplement mag ook ten laste gelegd worden van het fonds voor bestaanszekerheid van de sector waartoe de onderneming behoort.
Hoewel de wet niets over dit onderwerp voorziet, lijkt het ons logisch dat ook de uitzendkrachten bovenop de werkloosheidsuitkering betaald door de RVA, recht hebben op het supplement dat de gebruiker verplicht aan zijn vaste werknemers dient te betalen.
Bedrag
Voor bedienden wordt het bedrag van het supplement vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst of het ondernemingsplan die de tijdelijke economische werkloosheid voor bedienden voorzien.
Collectieve arbeidsovereenkomst
Werd de economische werkloosheid ingevoerd via een collectieve arbeidsovereenkomst, dan moet een onderscheid gemaakt worden naargelang er al dan niet arbeiders tewerkgesteld zijn in de onderneming.
Als in de onderneming ook arbeiders tewerkgesteld zijn, moeten de bedienden minimum het bedrag krijgen dat de arbeiders in de onderneming krijgen in geval van economische werkloosheid.
Zijn er geen arbeiders in de onderneming, dan moeten de bedienden het bedrag ontvangen dat de werkgever had moeten betalen indien hij arbeiders tewerkgesteld zou hebben. Hieruit volgt dat ook de bedienden recht hebben op minimum 2 euro per dag waarop ze niet gewerkt hebben en op een hoger bedrag indien de sector dit voor de arbeiders voorziet. Werkgevers die zich tot en met 30 juni 2025 op de cao’s nr. 172 baseren om economische werkloosheid voor de bedienden in te voeren, moeten een minimale toeslag van 6,36 euro per werkloosheidsdag uitbetalen (wordt geïndexereerd op 1 januari 2025).
Ondernemingsplan
Werd de economische werkloosheid ingevoerd via ondernemingsplan, dan moet er eveneens een onderscheid gemaakt worden naargelang er al dan niet arbeiders tewerkgesteld zijn in de onderneming, maar in dit geval moet het supplement minimum 5 euro per niet-gewerkte dag bedragen.
Als er in de onderneming ook arbeiders tewerkgesteld zijn, moeten de bedienden minimum het bedrag krijgen dat de arbeiders van de onderneming in geval van economische werkloosheid krijgen. Krijgen de arbeiders echter minder dan 5 euro per dag, dan moeten de bedienden toch minstens 5 euro krijgen (tenzij er een afwijking is toegestaan door de Commissie Ondernemingsplannen).
Zijn er geen arbeiders in de onderneming, dan moeten de bedienden minimum het bedrag krijgen dat de werkgever had moeten betalen als hij arbeiders zou tewerkstellen. Als dit bedrag echter lager ligt dan 5 euro per dag, dan moeten de bedienden toch minstens 5 euro krijgen (tenzij er een afwijking is toegestaan door de Commissie Ondernemingsplannen). Werkgevers die zich tot en met 30 juni 2025 op de cao’s nr. 172 baseren om economische werkloosheid voor de bedienden in te voeren, moeten een minimale toeslag van 6,36 euro per werkloosheidsdag uitbetalen (wordt geïndexeerd op 1 januari 2025).
U kan hierover op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg twee beslissingsbomen terugvinden (kijk onder supplement op de werkloosheidsuitkeringen).
Een koninklijk besluit kan het wettelijk voorziene minimumbedrag optrekken [1].
Vanaf 1 januari 2024 heeft de werknemer recht op een bijkomende vergoeding van 5,10 euro per dag tijdelijke werkloosheid waarvoor er een werkloosheidsuitkering wordt betaald. Dit werd ingevoerd om het verlies van werkloosheidsuitkering bij tijdelijke werkloosheid te compenseren (vanaf 2024 bedraagt deze 60% van het begrensd loon in plaats van 65 % in 2023)
Dit supplement is verschuldigd voor alle vormen van tijdelijke werkloosheid met uitzondering van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht en wegens medische overmacht.
Dit supplement van 5,10 euro is verschuldigd:
- vanaf de eerste dag werkloosheid voor elke dag waarvoor er een werkloosheidsuitkering voor tijdelijke werkloosheid wordt betaald indien het brutomaandloon van de arbeider lager is dan 4.000 euro.
- vanaf de 27 ste dag tijdelijke werkloosheid indien het brutomaandloon van de arbeider hoger is dan 4.000 euro. Het moet de 27 ste dag tijdelijke werkloosheid betreffen bij dezelfde werkgever en in hetzelfde kalenderjaar. De dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht worden niet meegerekend om te bepalen of er al 26 dagen tijdelijke werkloosheid verlopen zijn.
Dit supplement van 5,10 euro is een bijkomend supplement bovenop het bestaande supplement dat de werkever moet betalen voor de dagen van tijdelijke werkloosheid.
De werkgever moet dit bijkomend supplement evenwel niet betalen indien een CAO voorziet in een gelijkwaardig voordeel van minstens 5,10 euro per dag voor de arbeider.
De FOD WASO aanvaardt dat het loon, dat dient als basis voor de berekening van de werkloosheidsuitkering, in aanmerking wordt genomen om na te gaan of de arbeider het plafond van 4.000 eur bereikt. Het bevat alle loonelementen waarop sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn. (ASR loon)
Komen evenwel niet in aanmerking : de loonelementen die toegekend worden onafhankelijk van de dagen dat er effectief arbeidsprestaties worden gepresteerd tijdens het kwartaal (vb. eindejaarspremie). Het betreft aangegeven bedragen onder code 2 in de Dmfa.
De FOD WASO bevestigt eveneens dat het plafond van 4.000 euro niet wordt geproratiseerd voor arbeiders die deeltijds werken. Dit betekent dus dat een arbeider met een deeltijds loon van bijvoorbeeld 2.200 euro/maand vanaf de eerste dag recht heeft op het supplement.
Het supplement van 5,10 euro is gekoppeld aan de spilindex en zal dus geïndexeerd worden evenals het bedrag van 4.000 euro telkens op 1 januari.
Geen maximum van 100% brutoloon
De wet bepaalt niet dat de som van het brutoloon van de werknemer, de werkloosheidsuitkeringen van de RVA en het door de werkgever te betalen supplement, niet hoger mag liggen dan het brutoloon van de werknemer voor de invoering van de economische werkloosheid.
Geen socialezekerheidsbijdragen, maar wel bedrijfsvoorheffing van 26,75%
Er moeten geen socialezekerheidsbijdragen worden afgehouden op het supplement, omdat het gezien kan worden als een aanvulling op een sociaal voordeel. Een bedrijfsvoorheffing van 26,75% moet daarentegen wel worden afgehouden aangezien dit supplement fiscaal als een extralegale werkloosheidsuitkering moet worden beschouwd.
[1] Volgens de memorie van toelichting moet een dergelijke verhoging van het minimumbedrag gekoppeld worden aan de invoering van een systeem van responsabilisering van de werkgevers die overmatig gebruik maken van de economische werkloosheid.