Het voor beslag of overdracht vatbare gedeelte van het loon wordt berekend op maandbasis. Indien het loon dat de werknemer uitgekeerd krijgt, niet voor een kalendermaand geldt, zal er een fictie moeten gebeuren.
Gewoon loon
Voor de werknemers die niet op maandbasis betaald worden, zal de werkgever een fictief maandloon moeten samenstellen om een correcte berekening van het voor beslag of overdracht vatbare gedeelte te kunnen maken. Op het einde van de maand, wanneer het effectieve loon bekend is, zal dan eventueel een regularisatie moeten gebeuren.
Cijfervoorbeeld: een werknemer wordt op weekbasis betaald en verdient 400 euro netto per week. Om het fictieve maandloon te bekomen, wordt de volgende berekening gemaakt:
1° 400 euro x 13 (aantal weken per kwartaal) / 3 (aantal maanden per kwartaal) = 1.733 euro
2° Het voor beslag vatbare gedeelte is:
- 19,80 euro tot de loongrens van 1.440 euro
- 44,70 euro tot de loongrens van 1.589 euro
- 57,60 euro tot de loongrens van 1.738 euro. (beperkt tot 1.733 zijnde het werkelijk nettoloon)
- In het totaal zal er dus beslag gelegd kunnen worden op 122,10 euro per maand
3° Per week wordt dit dus: 122,10 euro x 3 / 13 = 28,18 euro.
4° De werknemer zal per week dus 371,82 euro (= 400 euro – 28,18 euro) ontvangen.
Variabel loon
Het variabel loon dat in een bepaalde maand wordt uitbetaald, heeft niet altijd betrekking op die specifieke maand. In principe zou het loon dus moeten toegewezen worden aan de maand waarop het betrekking heeft om de berekening te maken. Omdat dit tot een hoop regularisaties zou leiden, heeft de Nationale Arbeidsraad echter geoordeeld dat de berekening van het voor beslag of overdracht vatbare gedeelte van het loon dient te gebeuren in de maand waarin de commissielonen uitbetaald worden, ongeacht op welke periode deze lonen eigenlijk betrekking hebben.
Verbrekingsvergoeding
Het Hof van Cassatie heeft beslist dat de verbrekingsvergoeding niet mag opgeteld worden bij het gewone maandloon van de maand waarin de overeenkomst verbroken wordt, maar dat het fictief in maandschijven opgedeeld moet worden. De berekening zal vervolgens op deze schijven gebeuren.
Cijfervoorbeeld: de werknemer ontvangt een netto verbrekingsvergoeding van 6.000 euro, gelijk aan 3 maanden loon, bij de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Om de berekening te maken van het beslagbare gedeelte moet deze vergoeding worden opgesplitst in 3 keer 2.000 euro.
1° Het voor beslag vatbare gedeelte op 2.000 euro is gelijk aan:
- 19,80 euro tot de loongrens van 1.440 euro
- 44,70 euro tot de loongrens van 1.589 euro
- 59,60 euro tot de loongrens van 1.738 euro.
- 262 euro boven die loongrens.In het totaal zal er dus beslag gelegd kunnen worden op 386,10 euro per maand
2° Het voor beslag vatbare gedeelte op de volledige opzegvergoeding is dus gelijk aan 1.158,30 euro (386,10 euro x 3).
Opmerking: hoewel er geen eenduidig standpunt uit de rechtspraak naar voren komt, lijkt de stelling dat voor de beschermingsvergoeding, de uitwinningsvergoeding en de vergoeding ingeval van willekeurig ontslag dezelfde berekeningsregels als voor de verbrekingsvergoeding toegepast moeten worden, toch stilaan terrein te winnen.
Loonachterstallen
De loonachterstallen moeten gespreid worden over de maanden waarop ze betrekking hebben om het voor beslag of overdracht vatbare gedeelte te kunnen berekenen. De drempels die van toepassing zullen zijn, zijn dan ook de drempels die tijdens de betrokken maanden van toepassing waren.