Via kleine flexibiliteit kan de werkgever de normale grenzen van de arbeidsduur (acht uren per dag en 40 uren per week) overschrijden. Deze variabiliteit van de arbeidsduur is echter beperkt tot de volgende overschrijdingen:
- De werkgever mag de werknemer maximaal twee uren meer of minder laten werken dan het normale uurrooster, met een maximum van negen uren per dag
- De werkgever mag de werknemer maximaal vijf uren meer of minder laten werken dan de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, met een maximum van 45 uren per week
Voorbeeld |
Uren per week |
Uren per dag |
Normale arbeidsduur |
38 |
7,6 |
Kleine flexibiliteit (minimum) |
33 |
5,6 |
Kleine flexibiliteit (maximum) |
43 |
9 |
Heb je meer flexibiliteit nodig, raadpleeg dan onze fiche over grote flexibiliteit.
Referteperiode
Werkgevers mogen het uurrooster van hun werknemers aanpassen aan hun behoeften, maar ze moeten de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur die van toepassing is in de onderneming naleven op jaarbasis of over een andere periode van 12 opeenvolgende maanden. Dit wordt de referteperiode genoemd.
Bovendien kan niet worden afgeweken van de referteperiode van een kalenderjaar of een andere periode van twaalf opeenvolgende maanden.
Voorbeeld
De referteperiode kan lopen van 1 januari tot 31 december of van 1 juni tot 31 mei van het volgende jaar.